Amitola
Kom me even gezelschap houden! Ik ben verliefd en mijn liefste is net vertrokken. Mijn naam, Amitola, moet aan de band tussen twee personen herinneren. Hij betekent ‘regenboog’ en vormt een symbolische, hemelse brug. Deze brug is niet grijpbaar, evenmin als onze gevoelens voor iemand anders, maar toch is hij er, duidelijk zichtbaar en stralend. Bij het beeld van de regenboog hoort ook de samenhang tussen tegenstellingen: zon en regen dienen samen te komen om het kleurrijke wonder te kunnen laten ontstaan. Als ik mijn liefde niet ontmoet had, zou het wonder van onze liefde niet ontstaan zijn. Het gaat er dus om uit te vinden wat de ander zo bijzonder maakt, zodat er een regenboog zichtbaar kan worden.
Een prachtig liefdessprookje met toespelingen op het feeënrijk is het verhaal van Duimelijntje. Dit nietige meisje, ontsprongen aan een bloem, wil uit dankbaarheid en plichtsbesef trouwen met de mol, omdat hij haar uit een hachelijke situatie bevrijd heeft. Door haar natuurlijke gesteldheid verkommert ze echter in de donker ondergrondse gangen – ze is eenvoudigweg niet voor een dergelijk leven in de wieg gelegd en verloochent zichzelf. wanneer ze dit uiteindelijk inziet, vindt zij haar ware liefde: een feeënprins!
Dat is mijn tweede inzicht: alleen wanneer ik weet wie ik werkelijk ben en waaraan ik daadwerkelijk behoefte heb om mijn innerlijke wezen te kunnen ontplooien, kan ik een gelukkige relatie aangaan. Niet anders kan de basis vormen, ook plichtsgevoel niet.
Mijn hart is een unieke rozentuin, schitterend en geurend als die om ons heen. Als ik van iemand hou, stroomt mijn hart over. Die overvloed wil ik graag delen, ik wil geen seconde zonder de ander doorbrengen en wens dat mijn gevoelens even sterk beantwoord worden. Mijn gedachten zijn onophoudelijk bij mijn liefste. Helaas eisen de dagelijkse beslommeringen mijn aandacht maar al te vaak op.
Onder de regenboog ronddartelen is nu eenmaal niet mijn enige bezigheid. Ik moet toegeven dat ik mijn vrienden en mijn plichten momenteel behoorlijk verwaarloos. En ook de behoeften die ik alleen heb, vinden geen gehoor. Daarbij komt dat ik vroeger graag alleen was en mijn eigen gedachten aanhing. Het kan absoluut geen kwaad om met volle teugen te genieten van deze hemelhoogjuichende fase, dit geluksgevoel werkt tenslotte aanstekelijk: ik geef mijn vrienden die net alleen zijn, hoop! Zolang ik het alleenzijn niet verleer en mijn vrienden en plichten niet vergeet, wil ik ten volle genieten van de rozerode momenten als schitterende herinneringen in donkere tijden.
©Loes Raaphorst 05/2005