Bootje Varen – het zit in m’n genen!
Ik ben geboren in een Herenhuis aan de Schotersingel in Haarlem. Mijn vader was heel trots dat zijn boot voor de deur in de singel kon liggen. We hadden vergunning voor onze eigen aanlegsteiger en iedereen in de buurt wist wie mijn vader was (misschien had dat grote witte bord naast de brede voordeur met Particulier Detective erop) er ook iets mee te maken; zou zomaar kunnen. Van de allereerste boot heb ik geen foto’s meer. (story of my life trouwens: bevallingsfoto’s kreeg ik niet mee van mijn ex en de familiefoto’s heeft mijn broer ingepikt, waar ik ook geen contact meer mee heb). Maar… ik heb hier en daar wat losse foto’s gevonden zodat ik toch kan laten zien dat ik niet helemaal uit m’n nek klets.
Dit is De Jutter II
Mijn vader was dus gek op varen en we gingen elk vrij uurtje het water op. Vanuit Haarlem konden we perfect door de Ringvaart richting de Kaag, of via Spaarndam naar het Noordzeekanaal en dan Noord Holland in. Mijn moeder vond het nooit zo leuk geloof ik, maar wat ze dan wel leuk vond weet ik eigenlijk niet. Papa wel, die genoot met volle teugen en ik ook! Het blijft een beetje raar dat een meisje wat tot haar 18e altijd op het water was, niet heeft leren zwemmen. Ik heb vreselijke watervrees, maar voel me wel heel veilig op een boot. Raar eigenlijk he?
Ik kan mij niet zo heel veel meer herinneren van deze tijd, maar de broek die ik aan heb, herken ik wel. Ik denk dat ik hier ruim 2 1/2 jaar ben
Dit is op het Spaarne in Haarlem en ik vond het spannend dat ik daar alleen mocht zitten!
Nu moeten we helaas even een grote sprong maken want ik heb niet meer foto’s van deze boot. Ik denk dat ik een jaar of vijf was toen mijn vader een nieuwe boot heeft laten bouwen in Edam. Ik herinner mij de vele ritjes naar Edam, met de auto, om te kijken in de werkplaats hoe het werk vorderde. De Jutter was een kruizer, maar mijn vader liet nu een Vlet bouwen. Een motorvlet om precies te zijn. Zo’n boot heeft niet veel diepgang, maar is door de halfronde vorm wel heel wendbaar en stevig. Mensen noemen het ook wel een soort sloep. De geringe diepgang was nodig om vooral onder de bruggen in Haarlem door te blijven kunnen varen, want die staan er om bekend erg laag te zijn. Deze vlet werd ook keurig naar mijn moeder vernoemd: Sophia!
Ik zou haast zeggen: hier is ze nog kaal…. want mijn vader heeft dit scheepje zo vaak laten verbouwen en ombouwen dat we allemaal de tel zijn kwijt geraakt. De ‘rommel’ die op het voordek ligt, is een stretcher op z’n kant, met allemaal kussens er tussen, waar ik dan uren met een boekje lag te lezen. Lekker uit de wind en vooral in mijn eigen ‘huisje’. Tja mijn ouders waren al wat ouder toen ik geboren werd en ik heb mijzelf eigenlijk altijd wat afgezonderd en alleen vermaakt. Soms mocht er een vriendinnetje mee varen, maar daar had met name mijn moeder niet altijd zin in. Als ik de foto nog eens goed bekijk, denk ik dat deze gemaakt is aan de Nauwernaarse Vaart vlakbij Krommenie.
We moeten weer een sprong maken. De Sophia ligt inmiddels in een Jachthaven in Haarlem Noord, in plaats van aan de Schotersingel. Wij zijn namelijk verhuisd naar IJmuiden, waar we 2 jaar gewoond hebben. De boot is trouwens al flink verbouwd, want we hebben nu een dakluik in de kajuit, een reling rondom en op het achterdek is zelfs een roefje gemaakt, waar mijn ouders kunnen slapen, terwijl ik zoals gewoonlijk nog in het vooronder slaap. De eerste avond van elke vakantie kon ik steevast niet wachten om naar bed te mogen. Slapen aan boord is heerlijk! En ja, de boot blinkt dat het een lieve lust is, want mijn vader was dan wel een schat van een man, hij had ook zijn vaste regels waar niet van af geweken werd. Varen doe je met een schoon schip, dus er moest altijd even geboend worden voor we de touwen los gooiden. Mijn moeder deed de ramen, mijn vader het dek en ik meestal de gangboorden.
Ook de binnenkant is tig keer verbouwd. Het ‘keukentje heeft aan beide kanten van de boot gezeten en aanvankelijk hadden we 2 banken tegenover elkaar met een tafel er tussen die je dan kon laten zakken en dan had je een smal 2 persoonsbed. Omdat dát hier al weg is, weet ik dus dat er al een achterkajuitje op gebouwd was toen deze foto’s genomen waren. Mijn moeder vond het een ‘gedoe’ dat ze haar bed elke ochtend weer op moest ruimen, dus vandaar dat mijn vader zijn bootje weer liet verbouwen. Volgens mij konden de broers van de plaatselijke werf alle drie een tweede huis kopen van alle verbouwingen die ze voor mijn vader hebben gedaan. Maar ach, pap was echt stapelgek op dit bootje en hij ging ook heel regelmatig alleen varen. De De boot was 7,5 meter, dus dat was best te doen in je eentje. De kussens maakte mijn moeder allemaal zelf. Die scheepjes op de kussentjes heeft ze helemaal uitgeteld.
Natuurlijk mocht Minoes mee: ik heb hem gekregen toen ik 12 werd en we net in IJmuiden waren komen wonen.
Nu zal ik proberen uit te leggen wat er nu precies ‘verbouwd’ is. Op de eerste foto van deze boot, zie je dat mijn ouders helemaal achteraan in de kuip op een bank zitten. Later is er dus een overkapping van staal gekomen aan de achterzijde van de boot, met deurtjes ervoor. De ‘stoel’ waar mijn vader op zit is hol van binnen en dáár lagen dus ’s nachts de benen van mijn ouders in. De overkapping was maar 1,20 meter, (dus heel krap) maar mijn moeder had haar zin: ze kon haar bed laten liggen! Deurtje kon dicht, dus ze hadden een eigen slaaphut. Minder ruimte om te lopen, maar ach, dat doe je toch haast niet op een bootje van 7,50 meter. Mijn vader vond het allemaal allang best, zolang hij maar kon varen.
We gaan weer een sprong maken, want we gingen verhuizen naar Overveen. Nadat mijn vader niet meer kon werken na zijn hartinfarct, moesten we dus het mooie huis aan de singel verkopen en verhuisden we naar een flat 6 hoog in IJmuiden. Maar nauweliljks 2 jaar later kwam mijn vader in aanmerking voor buitengewoon pensioen van Stichting 1945. Mijn vader heeft 4,5 jaar gevangen gezeten in de oorlog en had daarom recht op dit pensioen. Helaas te laat om in Haarlem te blijven wonen, maar wel riant genoeg om weer terug te kunnen. En, daar ‘hoorde’ ook een groter schip bij. Mijn moeder hield van luxe en gemak, dus mijn vader liet weer een schip bouwen: het werd een grote kruiser van ruim 12 meter. Echt een prachtig schip dat wederom Sophia gedoopt werd. Dubbele besturing, overdekte kajuit en een echte slaaphut.
Dit was het ‘echte werk’ en dat heb ik ook geweten. Van lekker luieren op de punt werden de vakanties bijna hard werken. Dit schip was niet zo wendbaar en vrij log en het was een hele klus om hiermee de vele sluisjes en kleine bruggetjes te passeren. Dan lag ik net lekker op de punt, of mijn vader gaf een ‘stoot op de hoorn’ waardoor ik bijna van m’n matrasje afgeblazen werd en dat was het startsein om de stootkussens buiten boord te hangen, een touw in mijn handen te hebben en klaar te staan om af te meren. Om vervolgens 5 minuten later weer hetzelfde ritueel van voren af aan te moeten doen. Ik werd een opstandige tiener die niet altijd meer zin had om mee te gaan en mijn moeder had dan wel haar luxe, maar ze was even vergeten dat een boot, toch een boot blijft en koken moet je overal. Ik weet het niet meer precies, maar ik schat dat we dit schip 5 jaar gehad hebben….
… en toen kwam mijn vader wonder boven wonder de koper van de vorige Sophia tegen en heeft hij alles op alles gezet zijn grootste liefde terug te kopen! Mijn vader was weer heel erg blij: hier kon hij wel weer alleen mee varen en dat heeft hij nog een paar jaar gedaan. Na zijn 2e hartinfarct vond mijn moeder en de rest van de familie het niet meer goed dat mijn vader alleen ging varen. De dag dat hij een bordje ’te koop’ op deze Sophia heeft gehangen in de jachthaven… is hij overleden…. hij is van de jachthaven naar het Bloemendaalse Bos gereden en daar overleden. De boot is later weer verkocht voor veel en veel minder dan dat ie waard was, maar mijn moeder wilde er vanaf.
Eerlijk gezegd begreep ik nooit waarom mijn vader zo van varen hield, tot ik wat ouder werd en merkte dat ik er rustig van word. Ik vind het heerlijk op een boot en kan echt uren genieten van het water en de omgeving. Het rustige gekabbel van het water tegen de romp, het zachte gestamp van de motor op de achtergrond en het constante deinen van de boot, ik vind het heerlijk. Komt goed uit dus als we op vakantie naar Engeland gaan en de oversteek per boot maken! Maar, ook als we ergens een rondvaartboot zien liggen, zoals hier in Middelburg, ben ik zo blij als een kind als we een rondje mee kunnen varen!
En vorig jaar verrastte Lex mij ineens met een hele dag op een boot!
Wist ik veel, maar die dingen kun je dus ook gewoon per dag (deel) huren! Ideaal!
Alleen de eerste keer was het echt wel een tikkeltje fris!
Dit jaar troffen we het aanzienlijk beter met het weer. Warm, warmer verbrand!
We hebben een sloep gehuurd die heel wat ruimer was dan het bootje van vorig jaar en we hebben een mooie ronde gevaren.
Ik kan het nog steeds! En.. ik hoor mijn vader regelmatig zeggen: vóór je kijken Loesje, vóór je kijken!
Dank je wel lieve Lex, voor deze heerlijke dag!
©Loes Raaphorst 07/2018