Brighid
Hoort u het klinken van mijn aanbeeld? Voor mij is dat het mooiste geluid dat er is! Mijn naam, Brighid, heb ik te danken aan een Keltische godin. Haar kwaliteiten lagen zowel op het terrein van de poëzie als op dat van de smeedkunst. Niet voor niets kan ik niet alleen metaal smeden maar ook gedichten schrijven. De ervaring dat muziek, handenarbeid en kunst uit dezelfde creatieve bron voortkomen, is voor mij telkens opnieuw verheffend. Letterlijk vertaald betekent mijn naam ‘kracht’. Kracht heb ik nodig om met mijn hamer te kunnen zwaaien, maar wat hier bedoeld wordt is vooral mijn innerlijke kracht. Ik bruis zo van energie, dat deze letterlijk in mij wil losbarsten en tot uiting komen.
Misschien heeft u wel eens gehoord dat het feeënvolk een hekel heeft aan ijzer. Daar hebben wij feeën zo onze redenen voor: uit ijzer werden vaak vallen, wapens en kettingen gemaakt die dienden ter onderdrukking en verstoring van de natuur. Heel wat mensen wilden ons aan ijzeren kettingen leggen om zo misbruik te kunnen maken van onze vaardigheden.
Maar ijzer kan ook voor andere doeleinden ingezet worden, en dat weten wij zeer te waarderen. Het is heel goed mogelijk dat er een paar feeën op een kunstig vormgegeven, smeedijzeren tuinpoort plaatsnemen. In handen van een schepper, als creatieve expressie, wordt elk materiaal goed.
Naast metaal en klank vorm ik ook mezelf. Mezelf verbeteren door slecht gewoonten te vervangen door goede, schenkt mij bijna evenveel vreugde als de creatie van een kunstwerk. Het heeft ongetwijfeld de meeste tijd gekost om mijn slordigheid onder controle te krijgen.
Als de scheppende inspiratie bezit van me neemt, zou ik namelijk het liefst de boel de boel laten en me alleen nog maar aan mijn werk wijden. Ik heb me al heel wat ergernis op de hals gehaald omdat ik mijn plichten verzuimd heb of omdat ik het juiste gereedschap niet kon vinden op het moment waarop ik dat het hardst nodig had. Wanneer het me echter lukt mezelf in toom te houden, ben ik zo trots als een pauw. Wanneer ik het gevoel heb dat er niets meer aan mezelf te verbeteren valt, gebruik ik mijn omgeving als spiegel.
Net zoals de natuur voortdurend aan verandering onderhevig is, stuit ook ik telkens op nieuwe uitdagingen waaraan ik moet werken en waardoor ik kan groeien. De scheppende kracht is de goddelijke vonk in ons. Het is niet elk wezen gegeven bewust iets te bereiken. Mijn eigen creatie is evenwel iets blijvends, iets waarop ik me moet laten beoordelen. Daarvoor is echter wel moed nodig en daaraan ontbreekt het me nogal eens. Maar mijn passie voor mijn roeping en het verlangen naar het lied van het aanbeeld zijn sterker er zorgen ervoor dat ik steeds weer naar mijn hamer grijp.
©Loes Raaphorst 05/2005