Engeland – Vakantieland 2003 – van wilde pony’s en hemelbedden tot kerkjes en kastelen
Eindelijk was het dan zover: voor het eerst in 3 jaar op vakantie, en naar een land waar ik al heel lang naartoe wilde! Het feit dat ik aan de linkerkant van de weg zou moeten rijden, heeft mij wel even wakker gehouden, maar Engeland trok mij al zo lang, dat we de knoop maar doorgehakt hebben. De overtocht van Hoek van Holland naar Harwich werd geboekt en we hadden de reis helemaal uitgestippeld. De boottocht was perfect: heerlijk weer en het gevoel van vroeger aan boord van de boot van mijn vader kwam weer helemaal terug. Natuurlijk is een snelheid van 75 km per uur, wel iets anders dan dat van een plezierjacht, maar toch waren we voor mijn gevoel te vroeg aan de overkant.
Onze eerste stop maakten wij in Sudbury, een vriendelijk plaatsje, met uiteraard een mooie kerk. Wij hadden afgesproken aan het eind van de middag bij vrienden, in de buurt van Lincoln te arriveren en vandaar dat wij hier niet al te lang bleven. We moesten nog een flink eind afleggen en ik begreep al rap dat op de Engelse wegen men geen 80 km per uur af kan leggen. De wegen zijn er beduidend smaller dan in Nederland en er is zoveel moois te zien onderweg, dat sneller rijden zonde is. Rond 4 uur plaatselijke tijd kwamen wij in Walcott aan, waar wij het weekend zouden blijven. Onze vrienden stonden al op de uitkijk. De laatste paar Nederlandse zinnen waren aangebroken en de rest van het weekend werd er alleen nog maar Engels gesproken.
Uiteraard hebben wij op zaterdag Lincoln een bezoek gebracht; met zijn kathedraal en zijn kasteel een plek die je niet mag overslaan. De grootheid, de oudheid van deze kathedraal laat zich niet makkelijk door een camera vangen, maar Lex zou Lex niet zijn als hij niet tot het uiterste zou gaan 😉 Bij het maken van de volgende foto’s stond hij werkelijk met zijn rug tegen de (kasteel)muur.
Na een heerlijk weekend, een barbeque en heerlijk bijgepraat te hebben met onze vrienden kwam de maandagochtend (nou ja, het werd uiteindelijk toch 13.00 uur) en stapten wij weer in de auto, met aanvankelijk ‘echt Engels weer’. Het zou de enige bui van de vakantie zijn! Het plan was om ook door het bos van ‘Robin Hood’ te rijden, maar helaas moesten wij de plannen iets wijzigen omdat er een ernstig ongeval was gebeurd. Daardoor liepen we zoveel vertraging op dat wij pas heel laat in de middag in Shrewsbury aankwamen, waar we een tussenstop maakten.
Shrewsbury was het plaatsje waar de tv-serie van Cadfael, de monnik, zich afspeelde. De verhalen van/over deze detective staan bij ons in de boekenkast, nog niet door mij gelezen, maar wel door mijn wederhelft, dus nu was het tijd om eens te kijken hoe het daar in werkelijkheid uit zag. Helaas waren we te laat voor een bezoek aan het kasteel, maar een stadswandeling hebben we wel gemaakt.
Ondanks de regen hebben we genoten van de schoonheid van deze plek: de abdij is minder indrukwekkend dan we verwacht hadden, maar het stadje heeft iets middeleeuws wat flinke indruk achterlaat.
Inmiddels toch wat hongerig besloten wij niet dezelfde avond nog door te rijden naar Cardiff, wat eigenlijk de bedoeling was, en hebben in Heresford de nacht doorgebracht, waar wij pas om 21.00 uur bij het hotel aankwamen. Gelukkig was de keuken nog open! De volgende morgen al vroeg weer in de auto gestapt, want we wilden op tijd in Cardiff aankomen om daar vooral alles te bekijken waar wij onze zinnen op gezet hadden. Het landschap in Wales verschilt duidelijk met de rest van Engeland, om over de taal op de verkeersborden maar te zwijgen. Werkelijk onuitspreekbare woorden lees je daar. Vlak voor Cardiff hebben wij een tussenstop gemaakt in Pontypridd, de geboorteplaats van Tom Jones. Helaas hebben ze daar nog nooit gehoord van straatnaambordjes, dus zijn wij op zoek gegaan naar het plaatselijke VVV kantoor. De dame achter de balie was meer dan vriendelijk, niet in de minste plaats vanwege het T’shirt van Lex 😉 Ik bedoel maar, je hebt wel lef om met een Elvis shirt aan, naar het geboortehuis van de plaatselijke legende: Tom Jones te vragen. Het was flink zoeken geblazen, maar we hebben het uiteindelijk gevonden en alhoewel het autootje niet eens hoger kon dan de eerste versnelling, stonden we uiteindelijk bij “tom” voor de deur. Het huis is momenteel zelfs te huur, dus voor de liefhebbers: Laura Street 44, Pontypridd!
Na deze tussenstop, snel weer in de auto gesprongen en aan de afdaling naar Cardiff begonnen. Van de DVD van Tom Jones: Live at Cardiff Castle hadden wij al zoveel beelden van het kasteel gezien, dat wij absoluut alles wilden bezichtigen: het was onwijs mooi en we hebben genoten van de oudheid en schoonheid van dit alles. Het is toch wel heel erg gaaf om in het kasteel te lopen wat je wekelijks op een DVD als entourage ziet. De vlag van Wales wappert dapper in de wind. Terwijl wij bovenop de toren stonden, werd er op de binnenplaats dapper geoefend door militairen. Wat er precies aan de hand was, weten we niet, maar hun mascotte, een echte witte Ram, compleet met dekentje op zijn rug was erbij aanwezig 😉 Engelsen blijven natuurlijk een volk vol met tradities.
Na een stadswandeling en een heerlijk diner en overnachting, vertrokken wij naar onze 2e ‘afspraak’ op deze vakantie. De omgeving wordt steeds rauwer en het zuidwesten van Engeland spreekt ons wel heel erg aan. Dartmoor en Devon zijn wel heel mooi en volgens afspraak belanden wij in aan het begin van de middag in Mary Tavy, vlakbij Tavistock. Daar zullen wij bij vrienden van vrienden in een echt Engels middeleeuwse boerderij overnachten met muren zo dik als die van een kasteel. We worden als oude vrienden binnengehaald en na een kop koffie mogen we onze koffers naar onze kamer brengen… De trap is van hout, en hier en daar flink scheef…. de deur zwaait piepend open… en….. daar wordt een droom werkelijkheid: een heus echt Hemelbed!!! Alsof we een eeuw teruggaan in de tijd, zo ziet onze Bed & Breakfast- slaapkamer eruit 😉
Tavistock is een schitterend stadje aan de rand van Dartmoor, en vlakbij de beruchte Dartmoor Prison. Het is verboden voor de gevangenis te stoppen met de auto, zodoende konden wij geen scherpe foto nemen en het gaat mij te ver hier een bewogen foto neer te zetten 😉 Tavistock ligt ook vlak bij Portmouth: de militaire basis van Engeland, en waarschijnlijk is dat de reden dat er hier veel oud-militairen/mariniers wonen. Het is in ieder geval beslist geen verkeerde plaats om na een intensieve loopbaan te gaan wonen. Wat een rust, en ruimte!
Het politiebureau, rechtsboven, lijkt rijp voor monumentenzorg, maar wordt in werkelijkheid gewoon gebruikt! Dat is toch één van de charmante dingen van Engeland: men is trots op zijn historie en gebruikt de oude gebouwen van vroeger nog heel doelmatig. Wij hebben menige kerk van binnen gezien die ook als een expositieruimte gebruikt werd.
Is dit geen plaatje om te zien? Niets speciaals hoor, gewoon op de stoep van de plaatselijke pub gemaakt. Zou je in Nederland al snel voor een alcoholist uitgemaakt worden als je elke dag in de kroeg zou hangen, in Engeland is het bezoek aan de pub veel meer een sociale bezigheid. ’s Ochtends na het werk, leest men de krant even in de pub, of men praat even bij om op de hoogte te blijven van de plaatselijke roddels. Iedereen kent iedereen, en elke klein-zelfstandige zal zijn uiterste best blijven doen ‘goed werk’ te leveren, want mond op mond reclame in de pub is meer waard dan welke advertentie ook. Ook buitenlanders worden meer dan vriendelijk ontvangen, en honden mogen gewoon mee naar binnen….. sterker nog: het water staat al klaar!
Na onze eerste nacht in ons hemelbed, werd het tijd de omgeving verder te verkennen. Via en heerlijk rondrit, waarbij wij menig keer de auto aan de kant hebben gezet, kwamen we al snel bij de oudste brug van Europa aan: de zogenaamde Clapperbridge… Dit is/was niets meer dan een paar keien in de rivier met daarboven op drie hele grote platte stenen. Op de linkerfoto (onder) is dat duidelijk te zien. De middelste foto is genomen onder deze Clapperbridge door, en daar is de “nieuwe” brug te zien 😉 Ook niet bepaald modern, maar verschil moet er tenslotte zijn, nietwaar?!
Maar eindelijk zijn we dan daar waar ik dolgraag naartoe wilde: The Moors, oftewel, the Dartmoor Pony’s. Heel veel verhalen had ik al gehoord over de wilde paarden. Mijn dochter heeft dan wel geen Dartmoor pony, maar een New Forrest, maar toch wilde ik deze dieren zelf wel eens zien. Onze vrienden wonen werkelijk aan de rand van de Moors, en van het één op andere moment hebben wij de bewoonde wereld verruild met de Moors. Ik wist niet waar ik kijken moest: overal loslopende ‘wilde’ paarden. Zelfs veulentjes lopen daar gewoon tussen. Aan de randen van The Moors zijn wel speciale roosters (cattle-grid) in de weg om te voorkomen dat de paarden en de schapen het dorp in gaan, maar echt helpen doet dat geloof ik ook niet. The Moors van Dartmoor geven je het gevoel dat dit werkelijk het einde van de wereld is en dat je na de laatste heuvel van de aarde af zult vallen. Het is immens! Er bestaan zelfs speciale reddingsploegen van vrijwilligers om wandelaars die gestrand zijn op The Moors de weg naar de bewoonde wereld weer te wijzen, want als je denkt dat je mobiele telefoon hier nog werkt, ben je duidelijk uit de wieg gevallen. De paarden zijn wel redelijk aan mensen gewend, maar de veulens duidelijk nog niet, en hun moeders houden ze dan ook scherp in de gaten.
De volgende stop van onze rit brengt ons naar een kerkje, boven op een heuvel, letterlijk in the middle of nowhere. Toch is ons verteld dat deze kerk nog wekelijks gebruikt wordt en zelfs dienst doet bij trouwerijen. Nu had ik gewoon stoere laarzen aan, maar de klim naar boven was niet eenvoudig. Ik moet er niet aan denken deze tocht op hooggehakte trouwschoentjes te moeten maken, maar de dorpelingen zijn blijkbaar zo gek op tradities dat zij dit er graag voor over hebben. Toch blijft het vreemd een kerk zo hoog op een heuvel, zonder dorp in de buurt. Wat zouden onze voorouders bezield hebben deze kerk hier te bouwen? Op de begraafplaats, zomaar rond het kerkje, vinden wij grafzerken uit zowel de 19e als de 20e eeuw. Toch lijkt het dat niet dit niet de rustplaatsen zijn van “Jan-met-de-Pet”.
Weer verder in de auto… schapen liggen midden op de weg te slapen en ook is het oppassen geblazen voor de paarden die zomaar langs de wegen lopen. Het is ook een beschermd natuurgebied, waar de dieren duidelijk belangrijker zijn dan automobilisten. Er wordt door de plaatselijke bevolking schuwhard gereden, maar een ieder weet dat het een doodzonde is een schaap of een paard aan te rijden en daar past men dan ook wel voor op! Het uitzicht over The Moors is schitterend, en er zijn heel veel stenen en keien uit de IJstijd achter gebleven. Een paar hele flinke joekels bovenop elkaar jagen de kinderen al jaren angst aan: de legende van Vixina!
Vixina, de heks, houdt zich namelijk schuil op The Moors. Tussen de rotsblokken en keien wacht zij haar kans af, tot er een wandelaar verdwaalt en in het moerras terecht komt. Pas wanneer alleen de handen nog krampachtig naar boven strekkend zichtbaar zijn, komt Vixina uit haar schuilplaats om de vingers op te eten. Zij knabbelt dan smakelijk de laatste nog zichtbare restjes weg. Natuurlijk vindt zij dikke, roze, kindervingertjes het lekkerst…
Zoals de foto (boven) al laat zien zijn de wegen flink overkapt door de bossen. Engeland is een ongelooflijk groen land! Hier is het nog de moeite waard om witte strepen in het midden van de weg te schilderen, maar geloof mij, wij hebben op ‘wegen’ gereden niet breder dan een Fiat Panda en midden in de bossen. Of wij verdwaald waren??? Nee hoor, zelfs dit soort ‘paden’ staan gewoon op de kaart aangegeven en als je als automobilist niet al te bang uitgevallen bent, ga je er gewoon voor. Wel begrijp ik waarom er zoveel 4-wiel aangedreven auto’s in deze omgeving rijden, want een Deawoo Matiz is niet echt geschikt voor deze buurt.
Waar je ook stopt, overal lijkt het wel alsof je midden in een sprookje zit. De tijd heeft hier als het ware stilgestaan. De foto, rechtsonder, is gemaakt gewoon langs de weg, waar ineens, zonder waarschuwing, vijf huizen met rieten daken staan. Niks dorp, of bewoonde wereld in de buurt, alleen deze vijf schitterende huisjes bij elkaar, omgeven door de mooiste planten en struiken die je ooit gezien hebt. Een beekje maakt het plaatje compleet, en een schilder had het niet mooier kunnen verzinnen.
Engeland, je hebt mijn hart gestolen en we komen beslist terug! De ruimte, de schoonheid, de tradities, de gezelligheid, de vriendelijke mensen (iedereen wordt aangesproken met ‘Yes Love’ of ‘Hi Dear’), de legendes en de ruwheid van de natuur, het is teveel om te beschrijven of om op foto vast te leggen. Volgend jaar weer, dat staat voor mij al vast! 😉