Flower Power en Oorlog, Rock ’n Roll en Klassieke muziek – een vreemde combi van te veel generaties.

Vandaag werd ik wakker met het bericht: De kinderen van het Millennium. Men vraagt zich af wat er in hun bijna-16 jarig leventje is veranderd. Ik bedacht mij meteen wat er allemaal veranderd is sinds ik 16 jaar was.. Ooit.. Lang geleden!

Voor veel mensen geldt dat ze met een beetje geluk naast hun grootouders, ook hun overgrootouders nog gekend hebben. Dus in contact zijn gekomen met vier generaties. Ik ben een nakomertje ván een nakomertje. Mijn opa is geboren in 1881! Technisch gezien zijn dat drie generaties, maar voor mijn gevoel zijn het er veel en veel meer. Mijn vroegste herinnering aan mijn opa en oma is er eentje van ‘oude mensen’. Hele oude mensen. Mijn opa had spierwit haar, wat ik als heel klein meisje met een ouderwets ijzeren zakkammetje mocht kammen tot het recht overeind stond. Mijn oma zat altijd. Ze had werkelijk benen zo dik als de poten van een olifant. Nu weet ik waar dat van komt, maar toen vond ik het heel gek. Ik weet nog dat ik een keer bij hen mocht eten. Het is maar één keer gebeurd, want na die ene keer wilde ik absoluut niet meer. Want alhoewel ik er wel van overtuigd ben dat ze mij echt wel lief vonden… ik mocht niet praten aan tafel. Kinderen spraken nu eenmaal niet tijdens het eten. Dat ‘hoorde’ niet. Oma kwam uit een streng gereformeerd nest en dat is zij nooit vergeten.

En nu we het toch over eten hebben, bij wie is het nu nog ‘gewoon’ dat het eten in dekschalen op tafel gezet wordt? Ik heb het altijd onzinnig gevonden om de aardappels en groente in de keuken over te scheppen in een dekschaal, om het vervolgens in de eetkamer (ja, daar was vroeger een aparte kamer voor), uit de schaal op het bord te scheppen. Maar zo was het bij mijn ouders thuis. Zij waren dat ook zo gewend. Of nee, nu zeg ik het verkeerd: mijn moeder was dat zo gewend van thuis. Het heeft ook een tijdje geduurd voordat ik op een doordeweekse dag spruitjes of witlof kookte. ‘Dat zijn zondagsgroenten’ en die eet je alleen op een zondag!

Mijn vader was veel ‘gewoner’, al weet ik daar helemaal weinig van, want de opa van die kant heb ik helemaal nooit gekend. De oma van mijn vaders kant heb ik wel kort gekend, maar toen zat zij al in het bejaardenhuis. Nee, niet zo als tegenwoordig. Dit was een kamertje van 4 bij 4, waar 3 bedden stonden en 3 stoelen, en dat was alles wat ze had. Ze moest het delen met 2 andere dames. Wanneer ik met mijn vader meereed om haar op zondag op te halen (ja, dat hoorde ook zo… opa’s en oma’s werden in het weekend door hun kinderen opgehaald om de zondag gezamenlijk door te brengen), vroeg ik aan mijn vader.. Achter welk raam zit oma?? Het was echt niet meer dan een soort van ‘armenhuis’ waar het oude vrouwtje zat. Het enige wat ik nog van haar weet, is dat ze altijd een zakje katjesdrop in haar tasje had voor mij! 

Met een opa en oma’s uit de 19e eeuw is het best raar opgroeien als tegelijkertijd The Flower Power vanuit Amerika ons land bereikt. Tel daar dan ook een broer en zus van 15 jaar ouder bij op, dan krijg je helemaal een rare mix. Zij waren net van school af en hielden van Rock ’n Roll. In het grote herenhuis met 9 kamer aan de mooiste singel van Haarlem klonk op elke verdieping muziek. Terwijl heel boven Elvis, Chuck Berry, Little Richard, The Beatles en The Stones klonken, mocht er beneden op de mooie Schimmel piano alleen maar klassieke muziek gespeeld worden. De kinderen in Huize de Vries speelden dan ook dagelijks hun verplichte nummertjes. En op mijn eigen eerste platenspelertje lag het singletje van David Cassidy: I think I love you. Al snel gingen broer en zus trouwens het huis uit. Ik denk trouwens dat ik het enige meisje op de lagere school was die al het verschil wist tussen junior en senior. Wanneer ik de telefoon op moest nemen (pa en ma hadden beiden een eigen bedrijf, en broer had ook de nodige cliënten) antwoordde ik op de vraag of men Meneer de Vries mocht spreken, steevast met: junior of senior?

Alleen in het weekend, dán was het feest. Met de immigratiestroom waren er ook de nodige Antillianen in de buurt komen wonen, en die kwamen in het weekend met mijn zus mee om muziek te maken. Eindelijk eens iets anders dan Chopin, die altijd boos op de hoek van de piano stond te kijken. Ik moet bijna denken aan die opmerking van PowNed een tijdje geleden, naar aanleiding van de verspilling van de publieke omroep: … ‘de neger omdat het moet’ … maar het was in die tijd echt heel normaal om gewoon met iedereen om te gaan en gezellig muziek te maken. Tenminste, zo ben ik opgevoed! Maar als nakomertje kun je je wel iets gezelligers voorstellen dan op zondag avond naar het programma; ‘jonge mensen op weg naar het concertpodium’ te kijken, waar uitsluitend de zware klassieke muziek voorbij kwam. Ik heb als 7 jarig meisje in het Congresgebouw in Den Haag ‘Die Fledermaus’ gezien, opgevoerd door het Weense operette gezelschap. Gehuld in avondkleding, net zoals mijn ouders. 

Dit was trouwens wel een uniek gebeuren. Mijn vader die ‘vrijwillig’ (had ik al verteld dat mijn moeder de baas was?) naar een Duitstalig stuk ging luisteren. Geen enkele Duitse krimi werd getolereerd op de televisie, als mijn vader nog niet naar bed was. De oorlog werd nooit besproken, maar was het hele jaar voelbaar aanwezig. Het is niet niks als je als kind je vader hoort schreeuwen in zijn slaap. Naar Duitsland op vakantie was ook ‘not done’. Hij kon het niet verdragen die taal om zich heen te horen. Jaren later werd hij dan ook voorzitter van de vereniging van ex-politieke gevangenen: De Expogé. Geboren in de zestiger jaren zou het voor mij geen issue meer moeten zijn, maar het is het nog steeds. De meeste mensen hebben er wel eens van een opa of oma over horen vertellen, maar heel weinigen hebben het uit de eerste hand, zoals ik. De maand Mei was een vervelende maand in Huize de Vries. Maarja, als je met 41 man in Scheveningen wordt opgepakt en je bent één van de drie die terugkeert… is dat heel goed te begrijpen.

Nee, als nakomertje van een nakomertje stond het voor mij als een paal boven water: jong kinderen, zodat ik een jonge moeder, en een jonge oma zou zijn. Maar het blijft wel wennen, want ik heb geen vergelijkingsmateriaal. Geen haar op het hoofd van mijn kinderen om mij in het weekend op te komen halen om gezellig de zondagen samen door te brengen. En stilte aan tafel kunnen we ons geen van allen meer voorstellen. Logeren bij oma? Ik doe maar wat, want ik heb geen idee wat oma’s horen te doen. Op nieuwjaarsdag vroeg op staan om toch vooral bij álle oudere familieleden in de familie langs te gaan om een gelukkig nieuwjaar te wensen is al heel lang ‘uit de mode’. Mijn ouders waren dat echter nog wel gewend en dus werd ik als klein meisje meegesleept naar alle ‘oude’ ooms en tantes en erger nog werd er van mij toen ik zelf moeder was ook verwacht dat ik op 1 januari netjes op tijd op kwam dagen om toch vooral samen het nieuwjaarsconcert te zien. Dus zowel de kerst als nieuwjaarsdag waren de verplichte bezoekjes niet te vermijden. 

Hoe anders is het nu. Zette ik voorheen mijn telefoon nog op ‘stil’ als ik naar bed ging, tegenwoordig ben ik blij als dat ding überhaupt nog es gaat. Mocht ik vroeger het woord ‘hartstikke’ niet gebruiken van mijn ouders, nu lijken de woorden fuck, shit en kut volkomen geaccepteerd. Verplichte familiebezoekjes zijn gelukkig afgeschaft, maar toch kunnen de sociale media niet helemaal het gevoel van ‘echt contact hebben’ waarmaken. Kortom, ik vind het best lastig om die gulden middenweg te vinden. Wanneer oude disciplines ui de mode raken en je van de nieuwe gewoontes niet echt een happy gevoel krijgt, waar moet je dan voor kiezen? 

©Loes Raaphorst 01/2016