Gestuurde Synchroniciteit – Edzer Tuik

Edzer Tuik is 76, en sinds 17 jaar weduwnaar van Koos. Dat wonderen bestaan ervaart hij vrijwel dagelijks. Hij schreef er een boek over, “Ontmoetingen met een engel…”, met als ondertitel ‘Contacten met een overleden geliefde’. Het meest opzienbarende, en daarmee is het boek doorweven, is wel haar schier onbegrensde wéten. Zelfs maanden tevoren maakt zij, zij het soms wat versluierd, melding van zaken die daarna ‘gewoon’ gebeuren. Het zal leiden tot een openbaring. Koos blijkt een uitverkorene, een engel. 

Voordien geloofde hij eigenlijk nergens in, laat staan in leven na de dood en contacten met overledenen. Het laatste leek hem eerder onbegrijpelijk nieuwsgierigheid dan interessant. Na het overlijden van Koos overkwam het hem echter ongevraagd. Hij hoorde haar stem, zijn pen schreef in haar niet te imiteren handschrift, en zelfs stuurde ze soms zijn handen op het toetsenbord van de computer… Het zou deel gaan uitmaken van zijn dagelijkse leven. We hebben een afspraak bij hem thuis.

Van achter het venster word ik al verwelkomd door een ledenpop die mij met een hooggeheven arm hartelijk begroet. Aan de wanden hangt moderne kunst, en er staat een weelderig boeket gele rozen. Ik bespeur geen zweem van mystiek, of het zou het masker van een jong Afrikaans meisje moeten zijn. “Die heb ik een aantal jaren geleden op safari geschoten”, verklaart hij heel serieus. Aan de koffie stelt hij voor dat we tutoyeren omdat dat wat gemakkelijker praat. Ik heb mijn vragenlijstje paraat.  

Wanneer is dit alles begonnen?

Het begon ’s avonds laat op de dag van Koos’ crematie. Ik kon met geen mogelijkheid in slaap komen, en op een gegeven moment zag ik in de volledig verduisterde slaapkamer een zuil van licht staan. Die lichtzuil nam geleidelijk aan in helderheid toe, en ik begreep er helemaal niets van. Het heeft meerdere dagen geduurd eer ik bereid was om de gedachte toe te laten dat het wel eens een teken van Koos kon zijn. Daarna hoorde en herkende ik haar stem die zei: “Waar zou ik anders zijn dan bij mijn man en kinderen?” Sindsdien is zij, hoe dan ook bij mij, en ervaar ik haar aanwezigheid dagelijks. 

Verstoort het je alledaagse leven niet?

In het begin was het natuurlijk allemaal onbegrijpelijk en werd ik soms wat kregel van mezelf. Het paste eigenlijk niet in mijn gedachtewereld. Het is echt niet niks wanneer iets dat je altijd als ‘dat bestaat niet’ hebt afgedaan, je leven op zijn kop zet. Die twijfel heeft maanden geduurd tot ik er uiteindelijk niet meer omheen kon. 

Geef eens een voorbeeld?

Ik heb tot ongeveer mijn zeventigste jaar gewerkt. Ik was toen nog doende met een bescheiden groothandel. Een keer, toen ik telefonisch een zakelijke afspraak noteerde, tekende mijn pen daar uit zichzelf iets bij. Hij tekende een vlinder die geleidelijk aan een vlinderdasje werd. Die afspraak was pas een dag of tien later, en mijn gesprekspartner droeg zo’n vlinderdasje. Dat kon je vroeger tegenkomen bij een tekenleraar, een boekhandelaar of journalist, maar bij zakenmensen heb ik dat nooit gezien.

Wel bijzonder, maar het zou ook een bizar toeval geweest kunnen zijn.

Tja… het werd door mijn hand getekend, maar niet door mij. Nadat ik zeven jaar alleen was geweest, liet Koos mij maandenlang de naam van een toekomstige vriendin schrijven. Drie maanden later ontmoette ik haar en toen begreep ik die notities eindelijk. Alles klopte tot in detail. Lach niet, maar Koos kende haar naam en wist zelfs waar zij woonde. En uitgerekend zij reageerde op mijn contactadvertentie…  

De sterke staaltjes maken naar meer. Zijn er meer?

Ja, een boek vol. Op een gegeven moment ben ik de wonderlijkste ervaringen in een paar sleutelwoorden op de achterkant van een bankenvelop gaan noteren en toen die vol was, begreep ik dat er een boek in zat.

Je schrijft in het voorwoord “wonderen bestáán, en u staat op het punt om er een aantal mee te beleven”. En dan komen er dit soort verhalen. Denkt je dat je geloofwaardig overkomt? 

Ik heb zonder opsmuk genoteerd wat ik mij is overkomen. Er zitten ongeloofwaardige zaken tussen maar ik heb daar geen moeite meer mee. Wel gehad, en dan gebeurde er steevast iets dat nog ongelooflijker was. Een wonderlijke droom bleek een voorspelling, die nog diezelfde dag uitkwam. Ik ben overstelpt met bewijzen. 

Geef daar nog eens een voorbeeld van?

Ik maak iedere morgen het cryptogram in mijn dagblad en ik heb een keer de oplossing van de eerste opgave daags ervoor al genoteerd. Ik moest dat woord toen in mijn agenda schrijven. Koos heeft dus, en begrijpen doe ik dat nog steeds niet, vóórkennis.   

Heeft het je leven ingrijpend veranderd?

Ja, absoluut. Het heeft de betweter in mij het zwijgen opgelegd en ik ben meer in verwondering komen te leven. Het voelt als een wending ten goede. Ik heb overigens geen behoefte om het als boodschap uit te dragen. Ik meld hooguit dat er meer, veel meer is tussen hemel en aarde, maar dat meldde Shakespeare al in Hamlet. In het boek ben ik recht op en neer verslaggever van gebeurtenissen. En ik denk dat het iedereen weleens overkomt. Meestal zal dat onopgemerkt gaan door bijvoorbeeld een ingeving die zomaar uit het niets in je lijkt op te komen… 

Een veelzeggend woord is dat eigenlijk, ‘ingeving’. Toch kan het soms ook een conclusie zijn die je onbewust, bijvoorbeeld in je slaap, hebt gevormd. Wanneer het echt spiritueel is volgt er meestal een bewijs.  Ik heb het contact niet gezocht. Het zocht mij, en ik ben ik daar in mijn hart best gelukkig mee. Ik denk dat het naast troost, tot doel had om mij aan het schrijven te zetten, want schrijven is toch wel mijn ding.

Verder heeft de wereld van het paranormale niet mijn bijzondere belangstelling. Er zit veel kaf onder het koren, en het reikt dikwijls niet verder dan een wat merkwaardige vorm van amusement. En centjes verdienen natuurlijk… Ik houd me maar bij wat mijn realiteit is geworden.  Het boek tilt overigens niet hinderlijk zwaar of devoot aan spirituele zaken. Er staat zelfs een heel aardige mop in, en het heeft met het laatste hoofdstuk ‘Wonderen bestáán…’ een uitsmijter van jewelste. Zullen we besluiten met een koel pilsje?  

Je hebt een goede timing. Graag! Nog één vraag. Bent je er religieus door geworden?

Daar ontkom je natuurlijk niet helemaal aan. Ik heb weleens gedacht aan een bron. De oerenergie van het heelal, die alle leven bezielt. Maar ook dat is voor mij een mysterie. ‘Heelal’ vind ik trouwens een prachtig woord, en ‘bezieling’ ook. Ik ben wel gaan denken, geloven zelfs, dat wij door onze ziel met die bron verbonden zijn. Het leven moet érgens vandaan komen…Contacten met overledenen blijken te bestaan, en ik heb dan ook geen moeite meer met de gedachte dat het leven weleens niet met de dood zou kunnen eindigen. Na de dood weten we waarschijnlijk meer. Nu zullen we het moeten doen met de herinneringen van mensen die een bijna-dood ervaring hebben beleefd. Ook daar is een hoofdstuk aan gewijd. 

Verder heeft het contact met Koos mij aangezet om de draad van het leven weer op te pakken. Ik heb zowaar redelijk leren koken, tot en met een alom geprezen tjaptjoi. Ik ben op fitness, ik heb een vriendin, twee fijne kinderen en vijf kleinkinderen die het best leuk vinden om een opa te hebben, vooral als hij iets lekkers meebrengt. 

Ik leid dus een doorsnee, redelijk gezellig leven. En met de poespas van kaarslicht, wierook en zweverige spirituele muziek heb ik helemaal niets. Zullen we nu dat koele pilsje maar doen…?

Edzer Tuik: “Ontmoetingen met een engel…”. Contacten met een overleden geliefde.
Uitgeverij Free Musketeers BV, NL-Zoetermeer (www.freemusketeers.nl). ISBN 978-90-484-1203-7. €.16,95.
Voor contact met de auteur: edzertuik@versatel.nl 

Wonderen bestaan!

Stemmen horen…

De afdeling psychiatrie van de Universiteit van Utrecht doet onderzoek op mensen die ‘stemmen horen’. Eenzaamheid en het onderbewustzijn zullen daarin waarschijnlijk een rol spelen omdat de wens nu eenmaal de vader van de gedachte is. En omdat paranormale contacten als niet te bewijzen of niet bestaand zullen worden gepasseerd, zullen voornamelijk vraagtekens en geestelijke stoornissen overblijven. De laatste volgens Google van psychose tot en met schizofrenie. Bij het schrijven van dit stukje is het onderzoek nog niet afgerond. Wel al bekend is dat de voorlopige teller, ook uit eerdere onderzoeken, op 10% mannen en 15% vrouwen staat. Daarmee lijkt dan in ieder geval vastgesteld dat het regelmatig horen van een of meerdere stemmen een redelijk normale zaak is. 

Jammer, dat het bovenaardse of paranormale contact wetenschappelijk niet of nauwelijks aantoonbaar is. In een aantal gevallen blijkt bij het ‘doorkrijgen’ van informatie sprake van telepathie. Er worden echter naar de ervaring van velen, waaronder ikzelf, wel degelijk ook ‘stemmen van overleden dierbaren’ gehoord. De voornaamste onderbouwing ervan zijn in mijn persoonlijke ervaring, de bewijzen van het bijkans grenzenloze wéten van mijn permanent aanwezige spirituele contact. En daarbij doel ik dan vooral op informatie die soms zelfs op lange termijn, een voorspelling blijkt te zijn geweest. Maar ook dat is helaas niet objectief controleerbaar.

Mijn Vlaamse e-mail vriend Denis Dhondt, die ik op paranormaal gebied voor vol aanzie, stelt dat je bij spirituele contacten altijd moet proberen de echtheid van het contact te controleren, bijvoorbeeld door het stellen van vragen waarop alleen hij/zij het antwoord kan weten. U kunt met hem en zijn “Vereniging voor onderzoek van paranormale fenomenen” kennismaken via de spirituele site Aura-Oasis, België.

Hij mailde mij hoe tijdens een spiritistische seance waaraan hij deelnam, zich een beroemde overleden Vlaming meldde. Vragend om een bewijs van echtheid, kregen zij, na enige aarzeling, het uiterst geheime mobiele telefoonnummer door van diens nog in leven zijnde, al even beroemde beste vriend. En wat denkt u…? Klopte het …? Ja, het klopte!

Het eerste overtuigende bewijs van de echtheid van mijn spirituele contact, Koos, mijn vrouw, was dat ik naar een keukenmeubel met een achttal laden werd geleid. Ik moest een bepaalde lade openen en daaruit een dikke map pakken die recepten bleek te bevatten. Achterin echter stak een envelop die ik moest openen en na inzage van de inhoud, maar moest versnipperen en weggooien. De inhoud ervan was mij absoluut onbekend, en was ook nooit en te nimmer ter sprake geweest. Duidelijk wist alleen Koos ervan. Het betrof volstrekt niets bijzonders, maar evenmin iets dat iedereen hoeft te weten. Ik heb het versnipperd en aan de afvalbak toevertrouwd.

Serieuze paranormale contacten reiken dan ook meerdere straten verder dan die van de vereenzaamde weduwe, die in het flikkeren van een kaarsvlam een groet van haar overleden echtgenoot wenst te zien. Maar ach, wanneer zij daar troost in vindt… 

Me Tarzan, you Jane…

Net als iedereen denk ik weleens met plezier terug aan een onvergetelijke grap van vroeger. Vanavond schiet mij iets te binnen waar Cobi en ik toen onbedaarlijk om hebben gelachen. Na onze eerste nacht samen, bracht ik haar ’s morgens een ontbijtje op bed. Ze vond het een feest. Gekscherend zei ik, op de rand van haar bed zittend, “Me Tarzan, you Jane…”, en bij de herinnering schiet ik opnieuw in de lach. Dan gaat mijn rechterhand naar de afstandsbediening van de TV, en klikt, voor mij ongezien, een toets aan. Het scherm licht op en het allereerste beeld dat ik te zien krijg is zowaar Tarzan, die aan een liaan van links naar rechts over het scherm slingert.  Ik ben perplex… en dat is zwak uitgedrukt.

Het blijkt een scène van ruwweg één seconde uit de musical ‘Tarzan’. Later die avond probeer ik de kansfactor te berekenen. Na het acht-uur nieuws zap ik nog weleens wat rond maar tegen twaalf uur gaat de TV meestal definitief uit. En met de dertig zenders die ik gedurende die tijd één seconde zou kunnen aanklikken, kom ik uit op een kansfactor van 1 : 432.000.

Koos wéét…, en dat blijft voor mij, ook na inmiddels zeventien jaar, nog steeds een niet te bevatten wonder. 

Eau de toilet(te).

Ofschoon ik geen snoeper of snacker ben, komt het een hoogst enkele keer voor dat ik voor het slapen gaan de keuken afstruin, op zoek naar iets hartigs. Tussen enkele schaaltjes beleg tref ik een verrukkelijk uitziende plak ham aan, en ik vraag me even af of die misschien niet over de vervaldatum zou kunnen zijn. Hij ruikt echter fris en vertoont geen spoor van verkleuring. Ik maak er een smakelijk rolletje van en daar gaat-ie. Héérlijk. Midden in de nacht wordt ik wakker van gemene pijnlijke steken in m’n buik en ik begrijp onmiddellijk dat er iets grondig verkeerd dreigt te gaan. De badkamer is gelukkig nabij, en daar gaat het inderdaad mis, en niet zo’n beetje. Na zo’n twintig benauwde, tot brakens toe misselijke minuten, is de storm gelukkig geluwd. Ik fris mij wat op en ga terug naar de slaapkamer. En op het moment dat ik het bed weer zal instappen, meldt zich Koos in mijn hoofd met “Dat was nou eau de toilet(te), Ed…”. Herkenbaar háár humor. Geen mens zou er op komen. Koos wel. 

Contacten zonder woorden…

Ik realiseer mij dat ik in een voorgaand stukje voor het eerst spreek van ‘meldt Koos zich in mijn hoofd’ en niet ‘hoor ik Koos’ stem’. Dat laatste is vele jaren het geval geweest maar is ongemerkt overgegaan in wéten wat zij zegt, zonder haar stemgeluid te horen. De stem is er nog wel eens maar doorgaans is het contact tegenwoordig zonder klank. Het maakt eigenlijk geen verschil.
Deze wijze van contact met overleden dierbaren, is al beschreven onder ‘bijna-dood ervaringen’. En uitgerekend wanneer het mij opvalt dat de contacten na zeventien jaar ánders zijn geworden, vertelt een oudere man in een interview op TV over identieke ervaringen. 

Ook hij heeft spiritueel contact met zijn overleden vrouw, die met hem communiceert zonder uitgesproken woorden. Hij wéét dat zij er is en wat zij zegt. Natuurlijk zou ik graag eens met hem van gedachten willen wisselen, en ik hoop dan ook dat hij gehoor geeft aan mijn uitnodiging daarvoor. Die heb ik meteen via de redactie van het TV programma verzonden.

Misschien is het wel dezelfde man wiens dochter mij enige tijd geleden mailde: “Ik heb over uw boek gelezen en ik ga het kopen voor mijn vader. Hij heeft vergelijkbare ervaringen met mijn overleden moeder”. Duidelijk ben ik niet de enige, ofschoon ik mij wel bevoorrecht voel met een heuse engel. Waarom eigenlijk moet engel volgens het Groene Boekje met een kleine letter worden geschreven…? 

Vertigo.

Vertigo is de Latijnse benaming voor het duizelige, draaierige en misselijkmakende gevoel dat je ervaart bij hoogtevrees. Ik heb daar gelukkig nooit last van gehad, totdat het mij op een kwade dag overviel. 

Vanuit het Zuid-Hollandse Moordrecht nam ik voor de terugweg naar huis een verkeerde afslag, waardoor ik na een stukje straat met éénrichtingverkeer, op een afschuwelijk hoge steile dijk zonder vangrail, langs de Hollandse IJssel belandde. Van het ene moment op het andere raakte ik volledig ontredderd door hoogtevrees. Vertigo! Ik verminderde mijn snelheid tot misschien wel stapvoets en na enkele tientallen meters ontwaarde ik aan de linkerzijde een afrit die mij terug naar het dorp zou kunnen voeren. Wel moest ik daarvoor op die vreselijke dijk even keren… De hemel moet met mij zijn geweest want er was verder geen verkeer, en de bevend genomen draai lukte zowaar in drie stappen. Omdat het lukken moest, denk ik nu.

Lang daarna vond ik dat ik maar eens moest proberen of de hoogtevrees niet te overwinnen was en toen heb ik de dijk opnieuw opgezocht. Ik ben hem, toch nog wat angstig, enkele kilometers afgereden en daarna op een aangrenzend bedrijfsterrein gekeerd en teruggereden. Zo ongeveer moet Hillary zich gevoeld hebben toen hij als eerste de Mount Everest bedwong. Wel had hij daarbij de onmisbare steun van de sherpa (berggids) Tenzing. En ik…? Wie weet, kreeg ik een aanmoediging uit de hemel.

De hoogtevrees heeft zich daarna toch nog enkele keren gemanifesteerd. Nu echter onderga ik het in de wetenschap dat ik hem vroeg of laat opnieuw kan uitdagen en dat hij ook dan hopelijk weer overwinnelijk zal blijken. Net als de Mount Everest. Vroeger was je ‘hoogmoediger’, zegt Koos. Galgenhumor… maar wel spits, héél spits.

En steeds opnieuw wordt het lente…

De lente is veruit mijn liefste seizoen. Ieder jaar opnieuw neem ik dat allereerste bijna mystieke lichtgroene waas waar, dat dan bomen en heesters omhult. Van heel dichtbij blijken het duizenden puntjes nieuw gebladerte die op het punt staan om zich uit hun knop te ontvouwen maar op afstand vormen zij het aura van het in aantocht zijnde nieuwe seizoen. De bijkans gefluisterde boodschap van de natuur dat de lente een aanvang gaat nemen. De lentezon zal zich over hen ontfermen, en zij zullen zich, koesterend in haar licht en warmte, straks voluit tonen in hun prille schoonheid. Het zich jaarlijks herhalende wonder van nieuw leven. De lente wordt opnieuw geboren…

Met ieder nieuw seizoen maakt de natuur haar belofte waar. En zo kunnen wij richting maart gaande, ons erop verheugen dat het voorjaar in aantocht is. Gaandeweg wijkt de duisternis voor het licht, en de dagen lengen. Met de lente lijkt ook de mensheid een hergeboorte te beleven. Door het land gaat een zucht van verlichting op. Het voorjaar wérkt al in ons en we ademen gretig haar nieuwe energie in. De lente vitaliseert en maakt ons blij. Het huis ondergaat een schoonmaak- of opknapbeurt en garderobes worden geïnspecteerd. Alles wat maar enigszins somber oogt wordt nog eens kritisch bekeken en mogelijk vervangen door iets opgewekters. De tuin, ons meest nabije buiten, wordt zorgvuldig gewied, zodat wij te midden van al haar moois heerlijk kunnen zonnen, koffiedrinken of barbecueën.

Ook de auto krijgt extra aandacht, en hij wordt na een grondige wasbeurt verwend met een laagje was dat toegewijd tot hoogglanzend wordt uitgepoetst. Tot hij ons stralend van tevredenheid toelacht. Ook voor hem wordt het nu lente. Catalogi van reisbureaus worden doorgenomen. Er worden vakantieplannen gesmeed en reizen geboekt. Er is alle reden voor een zonnig humeur. Ah…, een nieuwe Lente. Laten we het vreugdevol met een hoofdletter schrijven.

Yaris, een love story…

Mijn ooit zo trouwe oude sjees is aan vervanging toe geraakt. We zijn 14 jaar goed met elkaar opgetrokken en daaruit was een hechte relatie ontstaan. In het vijftiende jaar van ons samenzijn begon zij echter kuren te vertonen. Zo raakte zij op een thuisreis met nog slechts 10 minuten te gaan, zodanig aan de kook, dat wij hulpeloos rokend aan de kant van de weg kwamen te staan.
Er zouden meer streken volgen. Bij herhaling ging zij mij alle dienst weigeren en liet zij zich uiterst gemakzuchtig door een medewerker van Route Mobiel opstarten. Mijn geduld met haar raakte op. Alles leek erop te wijzen dat onze relatie ten einde liep, en dat een definitieve scheiding onvermijdelijk was. 

Zoekend naar een nieuwe autoliefde oriënteer ik mij in eerste instantie op parkeerterreinen. Mijn belangstelling gaat dit keer vooral uit naar seniorenauto’s, en bij de eigenaar van een aansprekend model informeer ik dan naar zijn ervaringen. Het is ongelofelijk hoe spraakzaam mensen worden wanneer zij over hun auto kunnen praten. Mijn keuze lijkt inmiddels al min of meer vast te staan. Het zal hoogstwaarschijnlijk de veelgeprezen Yaris worden, de Toyota Yaris.

In de showroom van de dealer informeert een verkoper of ik specifieke wensen heb, en die heb ik. Die ongeveer, zeg ik, en ik wijs een fraaie diep donkergrijze vierdeurs Yaris aan. Maar, zeg ik erbij, ik denk ook aan een automaat, want ik word wat ouder en het gemak dient de mens. En laat die auto nu toevallig een automaat hébben, is dan zijn antwoord. 

Yaris, de naam alleen al… Zij is een uitzonderlijk mooi aaibaar exemplaar dat bescheiden maar zelfverzekerd met haar schoonheid pronkt, en in mijn hart welt de begeerte naar haar al op. Haar stoel geeft mij ook nog eens de ideale steun onderin de rug, en wat kan ik eigenlijk nog meer verlangen? Er lijkt zowaar een nieuwe liefde te ontkiemen. Yaris lonkt bemoedigend. Durf maar, lees ik in haar ogen. Dúrf maar, ik zal je niet teleurstellen. Mijn hart zegt al bijna ‘ja’ want zij houdt absoluut een belofte in. En ik denk dat zij weleens een hele beste partner zou kunnen worden. 

Dan volgt de proefrit en daarin valt al snel de beslissing. Yaris wordt de mijne en haar aflevering kan zowaar op mijn verjaardag worden geregeld, én gevierd. Die dag lacht Yaris mij glanzend toe. En wanneer ik het portier open en plaatsneem, voelt het al bijna vertrouwd. Nog een beetje onwennig omvat ik dan Yaris’ stuur en draai ik de contactsleutel om. Haar motor start, en diens warme diepe brom klinkt mij als muziek in de oren. Als een zoetgevooisde bariton. Dan gaat de automaat op ‘vooruit’ en zzzzzoef…, wég ben ik. Mét Yaris…, mijn nieuwe liefde.

Copyright Edzer Tuik.
Auteur van “Ontmoetingen met een engel…”.
Contacten met een overleden geliefde. 

Bron Edzer Tuik©Loes Raaphorst 03/2011