Groepstherapie – wel of niet zinvol?

Er zijn allerlei therapieën bedacht om mensen met een depressie weer op weg te helpen. Je kunt opnieuw geboren worden, je mag je helemaal uitleven op een kussen, je wordt onder hypnose gebracht, je wordt het bos in gestuurd om met een boom te praten, en zelfs wordt het uitstoten van keelklanken tegenwoordig gezien als een manier om trauma’s te verwerken. Dus voor je het weet lig je met een paar anderen op de grond als een baby te huilen….. nog even en de pampers komen er nog bij.

Het zal allemaal wel. Begrijp mij goed als iemand er baat bij heeft is het natuurlijk prima. Ik zal de laatste zijn om welke therapie dan ook van te voren te veroordelen, zolang het maar uit vrije wil gebeurt. Als iemand het prettig vindt zich onder stroom te laten zetten, uit te laten rekken of andere ‘martel’ technieken aan den lijve wil ondervinden moet men vooral niet tegen gehouden worden. 

De meest gebruikelijke manier om een depressie aan te pakken is echter praten. Soms in een persoonlijke sfeer, samen met een behandelaar, soms in een groepje met lotgenoten. Beide methoden zijn tegenwoordig mogelijk, mits je maar lang genoeg op een wachtlijst staat, want ‘in therapie gaan’ is modern! Aan de wachtlijsten te zien is half Nederland tegenwoordig rijp voor de psychiater.

Kiest men voor de persoonlijke aanpak, dan valt en staat het succes van de behandeling absoluut met de juiste therapeut. Voel je je niet op je gemak, vraag dan om iemand anders. Doe je dat niet, dan is het zonde van je tijd en geld. Kies je echter voor het groepsgebeuren, zul je af moeten wachten welke mensen in die groep zitten. Dit zal ook maandelijks, zo niet wekelijks kunnen verschillen. 

In een groep zitten altijd mensen die het gesprek vaak naar zich toetrekken en mensen die nooit aan de beurt komen. Het is dan aan de begeleider van de groep om te zorgen dat de tijd op een redelijke manier verdeeld wordt. De begeleider is  immers de deskundige. Toch? Het is trouwens vaak zo dat er bij groepstherapie twee begeleiders aanwezig zijn. Niet zonder reden overigens, want ook de persoonlijke voorkeur van een begeleider kan een rol spelen.

We hebben het allemaal, persoonlijke voorkeur of sympathie op het eerste gezicht. Een begeleider is ook maar een mens, dus door er twee in een groep neer te zetten, probeert men te voorkomen dat sympathie of antipathie een rol zouden kunnen gaan spelen. Ik zeg het heel voorzichtig, want die mensen hebben ongetwijfeld hart voor hun werk. Wie zou anders vrijwillig alle ellende van mensen dag in, dag uit aan willen horen? 😉 

Hoe dan ook, als een deskundige iets beweert zijn de meeste mensen al snel geneigd dit oordeel te volgen. Laat ik een voorbeeld geven uit mijn eigen vakgebied: de cosmetica / visagie. Ik heb heel wat cursussen gegeven en vooral met het bepalen welke kleuren men zou moeten gebruiken in de make-up, heb ik ervaren dat mensen soms helemaal geen flauw benul hadden, welke kleuren men zou moeten adviseren. Op het moment dat de cursisten mij dan bijvoorbeeld, herfstkleuren, hoorden mompelen, waren ze dat direct volmondig met mij eens. 

Ik heb dit verschillende keren uitgeprobeerd, door ook verkeerde kleuren te adviseren, maar weer waren alle cursisten het met mij eens. Heel af en toe gebeurde het gelukkig dat ik tegengas kreeg. Dat die cursiste dan meteen haar certificaat: Geslaagd kreeg, hoef ik hopelijk niet meer uit te leggen. 🙂 Helaas reageren mensen vaker als een kudde makke schapen dan als een enthousiast renpaard.

Zo kan het ook gebeuren dat er tijdens een groepstherapie, de deskundige iets oppert en de hele groep dit beaamt. Maar wat nu als de begeleider op dat moment op persoonlijke titel iets beweert? Wat nu als het niet waar blijkt te zijn? Door het beamen wat de groep doet, krijgt de persoon in kwestie, die niet voor niets in therapie is gegaan, het helemaal zwaar te verduren! Laat ik het even heel zwart wit stellen: de rest heeft ze tenslotte ook niet allemaal op een rijtje en is allang blij dat er iets te beamen valt. 

Oops, dit is misschien wel heel hard. Misschien iets te assertief? Misschien zelfs agressief? Begrijp mij goed, ik ben van mening dat er niets mis is met de verstandelijke vermogens van mensen met een depressie. Integendeel zou ik haast zeggen, want er is beslist een bepaald IQ nodig om überhaupt overspannen te worden. Een depressie treft niet voor niets mensen die juist te veel en te vaak aan andere mensen denken. Mensen met een laag IQ kunnen dat niet. Maar door iets te stellen met een flinke dosis humor, of door middel van extreem overdrijven kun je iets wel heel duidelijk maken. 

Ik spring weer even terug naar mijn eigen vakgebied. Wanneer ik het heb over een “kalkoenennek” , zal iedere vrouw begrijpen dat ik niet het beestje bedoel, doch verwijs naar de vele rimpels in de hals van het dier. Door het extremer uit te drukken, komt mijn bedoeling vaak beter over en blijft beter hangen. Mensen onthouden dingen beter wanneer men met voorbeelden onderwijst. Nog een voorbeeld nodig soms? Okee, weet iedereen wat ik met een huid vol kraters en vulkanen bedoel? Zucht…. niet? Hmmm, daar bedoel ik een acne-huid mee. Logisch toch? 

Terug naar de groep, voor de tijd om is 😉 Laten we nu voor het gemak eens aannemen dat iemand inderdaad door een begeleider flink aangesproken wordt. De persoon in kwestie zit niet voor niets in die groep en heeft misschien moeite met het reageren hierop. Nog voor hij of zij een antwoord kan bedenken heeft de groep al beaamt dat de begeleider helemaal gelijk heeft, en dan is de tijd om. Tja, en daar sta je dan… op straat, met harde woorden die weerklinken in je hoofd. Je zult een week geduld moeten hebben om hier op terug te kunnen komen, ALS je dat al op kunt brengen. 

Is groepstherapie dan nergens goed voor? Toch wel, het leert de mensen wel na te denken over alles wat besproken wordt. Hier en daar kunnen de betrokkenen ook elkaar helpen en ondersteunen, vaak alleen maar door te luisteren. Je bent echter als deelnemer altijd zelf verantwoordelijk voor je herstel. Maar kritisch luisteren is en blijft een vereiste. Beslist niet alles voor zoete koek aannemen, want de mensen daar en de begeleiders kennen elkaar tenslotte nog maar heel kort.

Men heeft mij verweten dat ik te assertief ben, op het agressieve af zelfs. Ik ben daar eens goed over gaan nadenken. Het is namelijk wel het laatste wat ik zou willen zijn: agressief naar anderen toe. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het niet waar is, wat men ook beweert. Mijn gevoel voor humor is duidelijk anders dan van de rest van de groep. Mijn manier van iets duidelijk maken is dus niet te begrijpen door de rest. Men kan nog niet door de woorden heen kijken en werkelijk die kalkoenen-nek voor zich zien. Zal wel aan mijn IQ liggen dus 😉

Reageren? Gebruik de reactieknop bovenaan de pagina!