Het Hiernamaals – De Aboriginals
De zielenbewaarder in de mythen van de aboriginals is Daramulun, het opperwezen. De sjamanen danken aan hem hun krachten en na hun dood keert hun ziel naar hem terug. De aboriginals kennen hun opperwezen als Daramulun (vader) of Biamban (meester). Daramulun schiep de voorouders en leerde hen te overleven op aarde. Hij maakte ook het bromhout; een instrument dat wordt rondgeslingerd aan een touw en een snorrend geluid maakt dat zijn stem zou imiteren. Daramulun geeft de sjamanen hun krachten, en als er iemand sterft, zorgt hij voor hun geest.
De geest in de hemel
De aboriginals geloven dat verleden, heden en toekomst onderling verbonden zijn. Het heden van de Droomtijd – het begin van het aboriginaluniversum – wordt daarom steeds gevoeld. Als er iemand sterft, zou zijn geest teruggaan naar de Droomtijd. Sommige culturen verbeeldden dit als het opgaan van de geest in de hemel. Om deze reden werden doden gehurkt begraven zodat ze letterlijk op konden springen om hun plaats in de Droomtijd in te nemen.
Oude overtuigingen: begrafenisriten
In de aboriginalcultuur moeten na iemands dood de juiste ceremoniën worden uitgevoerd om de ziel te helpen naar het geestenrijk te verhuizen. Over het lichaam van de overledene wordt rode aarde gestrooid. Dit symboliseert het bloed dat tijdens de geboorte verloren gaat, alsmede de wedergeboorte van de ziel in een andere wereld. Nadat de clansymbolen in geel en wit op borst en buik zijn geschilderd, wordt het lichaam drie maanden in een boom geplaatst. Vervolgens worden de botten schoongemaakt, waarna er twee tot drie maanden over wordt gewaakt om er zeker van te zijn dat de ziel is vertrokken. Tenslotte worden de resten begraven. De gehele procedure toont respect voor de doden en de voorouders.
Het hiernamaals
Het wereldbeeld van de aboriginals bestaat uit drie sferen – het rijk van de ongeboren, dat van de levenden en stervenden en het rijk van de doden. Een individu reist eenmaal door elk rijk, en bij de dood splitst de ziel zich in drieën: de voorouderlijke ziel, de egoziel en de totemziel. De voorouderlijke ziel zou afkomstig zijn van voorouderlijke reizen naar sterrenstelsels. Deze stelsels hebben elk een eigen dierassociatie en een patroon van onzichtbare energie. Dit laatste wordt weergegeven in de geometrische clansymbolen die zowel op een pasgeboren kind, als op een overledene worden geschilderd. Tijdens de begrafenis wordt gezonden: ‘laat uw geest opstijgen naar de buik van de hemel’.
Ongelukkige ziel
De egoziel bestaat uit de individuele karaktertrekken van een persoon. Dit gedeelte kan zich verzetten tegen de dood omdat het niet weg wil uit de fysieke wereld. Soms blijft de egoziel alleen op aarde achter. Hij bestaat dan als onstoffelijke rest van de overledene die probeert de levenden te beïnvloeden – vergelijkbaar met een geest.
Geestesenergie
De totemziel hoort bij de dieren en platen die met de familie van de overledene in de Droomtijd verbonden zijn. Na de dood keert het wezen van de ziel door de begrafenisriten terug naar de natuur. In de aarde staat het zijn energie af aan de geassocieerde dieren en planten. Hiermee betaalt de betreffende persoon de schuld voor het eten van planten en dieren gedurende zijn leven. De geest zorgt ervoor dat planten en dieren voldoende energie hebben om voort te leven. De drie delen van de ziel corresponderen met de drie werelden en de natuurlijk orde van de dingen – de totemziel behoort tot de ongeboren wereld en soorten. De egoziel tot de levende en stervende wereld en de voorouderlijke ziel tot het rijk van de doden en de clan.
Reïncarnatie
Volgens de aboriginals kan een persoon niet reïncarneren als hij of zij slechts één keer het geestenrijk doorloopt. Er zijn echter uitzonderingen. Als een individu, geobsedeerd is door zijn eigen ego, of niet begraven is met de juiste rituelen, kan het zijn dat de drie delen van de ziel de aardse sferen niet verlaten. In dergelijke gevallen zal de ziel proberen terug te keren naar het land der levenden om zijn reis naar de wereld van de stervenden voort te zetten. Deze overtuiging benadrukt de noodzaak van respect voor de doden en de verantwoordelijkheid van de levenden om de begrafenisriten correct uit te voeren. Als mensen niet correct begraven worden, zullen delen van onstoffelijke geesten de spirituele atmosfeer vervuilen op dezelfde manier als mensen de planeet vervuilen.
Bron MBS ©Loes Raaphorst 01/2006
slechte uitleg
wat is een plats?
oops.. dat was een tikfout 😉