Het Hiernamaals – De Indianen

Indiaanse stammen dachten verschillend over het hiernamaals. Ze deelden echter hun respect voor het leven en hun riten. De weg naar de dood ging vergezeld van gebed en dans. Alle Noord-Amerikaanse First Nationstammen waren ervan overtuigd dat de ziel na de dood voortleefde. Het geloof van deze inheemse volkeren varieerde van stam tot stam. Sommige thema’s waren echter gemeenschappelijk. 

De weg van leven en dood

Rituelen rond het dode lichaam en het bevrijden van de geest varieerden over het continent. De ziel zou uit ten minste twee delen bestaan: het transcendente, dat naar het hiernamaals ging, en de levenskracht, die het lichaam leven gaf en na de dood verdween. De ziel moest na de dood een reis maken om het hiernamaals te bereiken. Soms verdwaalde hij, of besloot hij niet verder te gaan, met name als de juiste riten niet waren uitgevoerd. In dat geval functioneerde de medicijnman als intermediair voor de ziel om deze te helpen zijn reis te vervolgen. De meeste stammen accepteerden de dood als mysterieus, maar onvermijdelijk. Ze zagen de reis naar het hiernamaals zonder angst tegemoet.

Verschillende zienswijzen

De laatste bestemming van de ziel varieerde. Sommige stammen dachten dat de melkweg de woning van de overleden zielen was, volgens andere was het de weg naar een rijk aan gene zijde. Een aantal stammen zag het hiernamaals als een geïdealiseerde versie van de aardse omgeving tijdens het leven: een golvende prairie waar gejaagd, gefeest en gedanst werd. Weer andere dachten dat het geestenrijk een duister schaduwland was – niet iets om je op te verheugen. Een medicijnman of vrouw zou onder bepaalde omstandigheden in staat zijn geweest iemand terug te halen uit het hiernamaals. 

Het Indiaanse hiernamaals

De weg naar de dood werd als gevaarlijk gezien. Riten waren onontbeerlijk om een veilige overtocht naar het hiernamaals te garanderen. Als iemand stierf, betekende dit allereerst de dood van de levenskracht – waardoor het lichaam kon functioneren. De persoon werd vervolgens begraven of verbrand, meestal met speciale voorwerpen  – waardevolle zaken die in het hiernamaals, nodig waren , zoals wapens, gereedschap, sieraden en favoriete kleding. 

Begrafenisriten

Tijdens de begrafenis voerde de medicijnman of vrouw een ritueel uit om de transcendente ziel op weg te helpen naar het hiernamaals. Het leven van de betreffende persoon werd herdacht meet een feestmaal en soms een spel. De familieleden treurden en vertelden verhalen over het leven van de overledenen. Als deze van kwade wil was, kon hij besluiten nog niet op reis te gaan, maar bepaalde personen lastig te vallen, of zelf ziek te maken. Omdat het geestenrijk niet als volledig gescheiden van de fysieke wereld werd gezien, was het mogelijk dat de overledene contact bleef houden met de levenden – totdat hij definitief naar het hiernamaals vertrok.

De oversteek

De reis naar het hiernamaals werd meestal als een lange gezien. Soms moest hierbij met ene kano een brede rivier worden overgestoken. Als de overledene uiteindelijk het hiernamaals had bereikt, bracht hij zijn tijd door met genieten of zich ellendig voelen – afhankelijk van de ideeën van de stam. In sommige gevallen geloofde men dat de overledene zijn of haar familie zou helpen door dromen en voortekenen over te brengen. Uiteraard kon de medicijnman of vrouw zo nodig persoonlijk naar het hiernamaals reizen om met overledenen te communiceren.

Terugkeer uit de dood

Een verhaal van de Pawnee vertelt van een man die zijn vrouw terughaalde uit het hiernamaals. Nadat zijn jonge vrouw is gestorven, leert hij van een oude vrouw in een tipi met vossenhuiden, adelaarsveren en salie hoe hij zijn vrouw in het hiernamaals kan bereiken. De man vindt zijn vrouw en brengt haar naar het land der levenden.

Bij hun terugkeer ontmoet het stel de oude vrouw opnieuw. Ze leert de man de elanddans, die mensen helpt bij het leven in het hiernamaals neer te leggen. De man neemt een tweede vrouw en op een dag spreekt hij haar strengt to over de eerste vrouw. Als hij later thuiskomt, vindt hij haar botten in zijn tipi. Door zijn gebrek aan respect is hij nooit meer in staat met zijn eerste vrouw te communiceren.

Bron MBS ©Loes Raaphorst 01/2006