Knie Prothese – de operatie – de lijdingsweg vooraf

Eind juli 2015 is het dan eindelijk zover. Mijn dochter had al grapjes lopen maken: mam, wedden dat je een knie voor je verjaardag krijgt? Nou, het is bijna gelukt. Drie dagen voor mijn verjaardag ging het dan toch eindelijk gebeuren! 37 jaar (!) na de vorige operatie moet ik weer onder het mes. Ik ben nog lang geen 65, maar de orthopeed is het met mij eens. Dit is geen doen meer, en hij, Dr. H. Verburg, orthopeed in het Reinier de Graaf Gasthuis is Delft gaat de oude boel open slopen en er een halve kunstknie van maken. Wordt het toch nog eens wat met mij!

Uiteraard volgen er verschillende bezoekjes het ziekenhuis. Er worden rontgenfoto’s gemaakt, en er volgt ook een MRI. De binnenkant van mijn knie is bijna helemaal weg en is de grote boosdoener van de pijn en de oorzaak dat ik bijna niet meer kan lopen. De achterkant van de knie is ook niet meer helemaal top, maar een hele prothese sluit een vervolg definitief uit. Dr. Verburg is ervan overtuigd dat een halve prothese aan de binnenkant, de achterkant voldoende zal ontzien, zodat ik daar geen last van kan krijgen. 

Door de keuze voor een halve prothese, houden we de weg open voor het herplaatsen van een hele, mocht dat met de jaren nodig zijn. Maar ja… ik heb niet voor niets 37 jaar geleden geroepen dat ik mij nooit meer aan mijn knie zou laten opereren. Die operatie is namelijk helemaal misgegaan en ik heb opnieuw moeten leren lopen. Het is een hele nare gewaarwording (helemaal voor een meisje van 16) in een bed te liggen, met een hoop pijn, maar niet in staat zijn je voet zelf te bewegen! De zenuwen waren dermate beschadigd dat mijn hoofd wél dacht dat ik m’n tenen bewoog, maar er helemaal niets gebeurde. 

Ik hoef denk ik niet uit te leggen hoe erg ik tegen deze operatie heb opgezien he? De laatste dagen voor de operatie waren voor mij een ramp. Ik heb mij van alles en nog wat in m’n hoofd gehaald en heb zoveel mogelijk van te voren geregeld, wat er ook maar te regelen was. Zeer waarschijnlijk, mits alles goed zou gaan, zou ik dezelfde dag naar huis mogen. Dit was in het Reinier de Graaf Gasthuis nog niet eerder gedaan met dit soort operaties, maar Dr. Verburg is een man naar m’n hart en hij heeft écht naar mij geluisterd. Het werd hem al heel snel heel duidelijk hoeveel angst ik voor ziekenhuizen heb, en hoe ongelooflijk graag ik dezelfde dag weer naar huis wilde. Hij heeft mij verzekerd dat hij er alles aan zou doen om dit mogelijk te maken… en dat heeft hij waar gemaakt!

De dag van de operatie moest ik mij om zeven uur ’s ochtends op de afdeling melden. Volgens Lex hebben we best nog wel even moeten wachten voor ik de pre-medicatie kreeg en me om moest kleden, maar ik kan mij er werkelijk niets meer van herinneren. Ik weet nog dat ik uit de auto van een vriendin ben gestapt, maar vanaf dat moment is eigenlijk alles weg. Eén moment vlak voor de operatie kan ik mij nog wel herinneren, en dat was de lachende blik van Dr. Verburg, die nog iets zei, maar wát… dat weet ik dus ook niet meer. 

Tien over half tien was alles al achter de rug en werd ik wakker gemaakt op de uitslaapkamer: alles was goed gegaan. Bent U misselijk mevrouw? Maar het enige wat ik wilde was alles vertellen over Suzanne. Over hoe ziek mijn dochtertje was geweest, en hoe spannend die hele ziekenhuisperiode was. Herinneringen van 29 jaar geleden zaten in mijn hoofd alsof het gisteren pas gebeurd was. En ik had niet eens een volledige narcose gehad!! Laat staan wat er naar boven was gekomen als ik geen ruggenprik en slaapmiddel had gekregen. Echt te zot voor woorden. Maar ook deze verpleegster had al snel in de gaten dat ik niet misselijk was, maar gewoon wél even m’n verhaal kwijt moest. Kort daarna mocht ik al weer terug naar m’n kamer, waar Lex op mij zat te wachten. 

Hij was blij me weer te zien, geloof ik, want ook dat moment kan ik me niet meer goed herinneren. Ik vermoed dat ik nog wel even heb geslapen, want die ruggenprik was nog niet helemaal uitgewerkt. Ergens rond lunchtijd werd ik pas echt goed wakker en heb ik keurig een broodje gegeten en koffie gedronken. Tja, en toen moest er geplast worden. Of ik dus even op de steek kon. Nou, dát dacht ik niet. Ik wilde gewoon naar de wc, maar omdat de ruggenprik nog niet helemaal uitgewerkt was, werd er een po-stoel gehaald. De verpleegster wist niet goed wat ze met me aan moest, maar toen ik naar de kant van het bed schoof, heeft ze de po stoel naast het bed gezet en me geholpen erin te komen. Wow, dát ging makkelijk!

Wat een verschil met de vorige keer zeg! Toen heb ik 14 dagen plat op m’n rug in bed moeten liggen, voor ik ook maar iets kon en mocht! Om half drie stond er al een fysiotherapeute naast m’n bed. Of ik even wilde proberen te gaan staan. Ja natuurlijk wilde ik dat! Ik wilde immers dezelfde dag naar huis?! Het ging goed. Ik kon staan! Even onwennig met de krukken in de weer, maar de gang lonkte… en ik ben dus keurig de gang op en neer gehobbeld. We hadden al bekeken dat 2x de afstand van de gang, ongeveer net zo ver lopen was als de afstand die ik thuis van de auto naar de voordeur zou moeten lopen. Dat lukte dus! Een paar uur later stond ze weer aan mijn bed: als ik naar huis wilde moest ik ook nog even laten zien of ik trap kon lopen. Het feit dat we gelijkvloers wonen, maakte niet uit: dit moest ook nog even geoefend worden. Nou, okee, alles voor het goede doel. 

Iets na zeven uur stond Dr. Verburg weer naast mijn bed. Alles was goed gegaan en hij vertelde dat hij de wond iets anders had gehecht dan anders. Juist omdat ik persé naar huis wilde, wilde hij zeker weten dat er geen nabloeding zou kunnen ontstaan. Lex had al ‘prikles’ gehad, want ik moest wel vier weken aan de bloedverdunners om eventuele trombose te vermijden. Met nog wat laatste instructies en recepten was het dan zo ver. Groen licht: naar Huis! 

Wat was ik blij om weer thuis te zijn, en vooral, om niet in het ziekenhuis te hoeven slapen! De eerste paar dagen heb ik best wel veel pijn gehad en er is één moment geweest dat ik echt heb gezegd: waar ben ik aan begonnen? Maar…. na 2 weken kon ik m’n slippers met hakken weer aan, na 3 weken kon ik met één kruk in huis lopen en zelf weer stofzuigen. Met 5 weken kon ik min of meer zonder krukken een paar stappen zetten, en met 6 weken liep ik binnen weer zonder kruk. Dat was ook het moment dat ik weer auto mocht rijden en ook dat ging goed. Natuurlijk had ik af en toe nog wel een dikke knie en wat pijnscheuten, maar elke dag ging het beter. 

Na drie maanden moest ik voor een evaluatie gesprek terug naar het ziekenhuis. Dit was bij een andere arts. Hij kon zijn ogen niet geloven toen hij ons zag aankomen. Nog nooit had hij iemand al zo kort na een knieprothese, zo goed en zeker zien lopen. Hij moest heel hard lachen toen ik toch nog even klaagde, dat staand op één been een panty aantrekken nog niet zo makkelijk ging…. Mevrouw, ándere mensen kunnen nog niet eens zittend zelf een panty aankrijgen zo kort na deze ingreep…. en tja, daar is eigenlijk alles wel zo’n beetje mee gezegd. Ik voelde mij even Het wonder van Delft!

Terwijl ik dit stukje schrijf, is het vier maanden na de operatie. Er gaan echt uren voorbij zonder dat ik aan mijn knie denk, of hem voel, of er rekening mee houdt. Onlangs ging ik zonder er bij na te denken op mijn knie zitten. Auwwwww.. dát moet ik dus niet meer doen, want dát gaat niet meer. Maar eerlijk is eerlijk, dat kon ik al 37 jaar niet meer, dus niet zo gek dat dat echt niet meer gaat. Ik kan mijn knie al vanaf de operatie 90 graden buigen, en de laatste tijd zit ik zeker op de 110 graden. Verder probeer ik het ook maar niet, want waarom zou ik? Af en toe voel ik nog een pijnscheut, maar ook dat wordt steeds minder. 

Alles bij elkaar ben ik heel blij dat het gedaan is. Dat ik eindelijk een dokter heb gevonden die dit wel wilde doen. 53 is best jong voor een prothese, maar zoals deze arts zelf zegt: ik leef NU! 

Is er dan helemaal niets te mopperen geweest? Jawel…. er was in het ziekenhuis gezegd dat ik voor thuis een fysiotherapeut moest regelen, die mij dan zou helpen met de revalidatie. Dus zo gezegd, zo gedaan en een dag na de operatie had ik al een snoeshaan hier in de huiskamer staan. Nou, dát heb ik geweten. De opdracht was: tot de pijn bewegen, maar niet er doorheen gaan. Deze betweter heeft echter gewoon doorgeduwd! Hij heeft mij zoveel pijn gedaan, dat toen hij drie dagen later weer terug kwam, ik hem heb gezegd dat hij nergens meer aan mocht komen: kijken mag, maar aankomen niet. Dát werd mij niet in dank afgenomen. Hij voelde zich danig op zijn teentjes getrapt en je zag hem bijna denken… wat een kleinzerig mens is dit! Maar, bij navraag in het ziekenhuis bleek dus dat ik helemaal niet kleinzerig was geweest, maar dat deze amateur duidelijk niet wist hoe hij zo kort na de ingreep met patienten om moet gaan. Als we dan even verder mijn herstel onder een vergrootglas bekijken, mag gezegd worden dat ik dus helemaal geen therapeut nodig heb gehad. Die oefeningen heb ik keurig elk uur van de dag gedaan, en verder heb ik goed naar mijn lichaam geluisterd. 

Nu volgen er een aantal foto’s. Voor het geval je dus niet tegen littekens kunt, scrol dan niet verder! 

 

 

 

Weet je wat ik nog wél even kwijt moet? Zoals hierboven dus te lezen valt, is het wel een hele ingreep geweest. Niet iedereen krijgt op z’n 53e een kunstknie. Er zijn een paar mensen in mijn naaste omgeving geweest die werkelijk geen boe of bah hebben laten horen. Dat was toch wel even slikken. Ik ben nu wel zover dat ik zeg: als iemand mij niet belangrijk genoeg vindt, wie ben ik dan om die iemand belangrijk te maken? Precies, niet dus! Ik ben dus een kunstknie rijker, en een paar ‘zogenaamde’ vrienden armer. Opgeruimd staat netjes! Die ritssluitingen niet, maar ach, dat trekt nog wel wat bij!

 

©Loes Raaphorst 11/2015