Lakeisha
Welkom in mijn tuin. Mijn naam is Lakeisha, een ander woord voor leven. Voor mij is de bron van het leven de familie: zonder bij een groep te horen die bescherming biedt en een kind de noodzakelijke vaardigheden bijbrengt, kan men in de wilde natuur nauwelijks overleven.
Mijn tuin lijkt wel gemaakt voor familiefeesten. In het midden bevindt zich het grote weiland waarin spelletjes gespeeld worden en gedanst wordt. Bij de bloemen gaat men vervolgens behaaglijk zitten en slaat men alle bedrijvigheid gade. En tussen de geurende rozenstruiken bevinden zich talloze verborgen hoekjes waarin men zich ongestoord terugtrekken kan. Dat is het belangrijkste aan een harmonieus familieleven: er moet zowel ruimte voor gezamenlijke activiteiten zijn als privacy voor ieder afzonderlijk.
Wat dat betreft onderscheiden feeënfamilies zich niet al te zeer van die van mensen. Ze onderscheiden zich alleen op het gebied van individualiteit. Onze families zijn zeer omvangrijk, het zijn regelrechte clans. Onze saamhorigheid bestaat meestal uit een elementaire overeenstemming waaraan wij herkennen wie bij ons hoort. Ieder familielid kan erop vertrouwen dat hij van niemand anders ernstig gevaar hoeft te duchten – in tegendeel: hij kan verzekerd zijn van hulp.
Ik denk dat mensen behoorlijk moeten werken aan een dergelijke samenhang. Vervolgens kunnen ze er echter veel kracht uit putten, dat ze in familieverband verschillende karaktertrekken en talenten kunnen bundelen en gezamenlijk sterk zijn. Ikzelf voel me het best wanneer ik contact heb met mijn familieleden. De verbondenheid binnen een familie omringt ieder afzonderlijk als het warme, levensschenkende licht van de zon. De wetenschap dat de zon telkens weer zal opgaan, heeft een beschermend effect. Mij maakt het gelukkig om de zonsopgang elke dag opnieuw te vieren. Door de zonsopgang als vanzelfsprekend te beschouwen, zou ik mezelf veel levensvreugde ontzeggen, en ik wil immers geen gelegenheid voorbij laten gaan om me ergens over te verheugen en iets te vieren.
Daarin ligt helaas ook mijn grote zwakte het liefst zou ik altijd iedereen om me heen verzamelen en met mijn liefde overstelpen. Dat kan voor deze en gene verpletterend zijn, of men voelt zich schuldig wanneer met ziet hoe teleurgesteld ik ben, aangezien men geen tijd voor mij had.
De tuin laat me zien dat ik niet moet overdrijven: mijn rozen bloeien het weelderigst wanneer ze met zorg behandeld worden, maar niet wanneer ze voortdurend worden bijgeknipt. Ze hebben de kans nodig om hun scheuten tot volle wasdom te brengen en in rust te genieten van hun ochtendlijke dauwbad.
©Loes Raaphorst 05/2005