The League of the Extraordinary Gentlemen – een verfilmd stripverhaal 😉
Al sinds het uitkomen van deze film in 2003, heb ik zitten wachten totdat hij ook op DVD verkrijgbaar zou zijn. Elke film met Sean Connery staat hoog op mijn verlanglijstje en de beelden van de trailer stelden mijn geduld danig op de proef. Volgens de recensies op internet zouden mijn verwachtingen te hoog gespannen zijn, want over het algemeen laat men geen spaan heel van deze film.
Gebaseerd op een stripverhaal van de Britse schrijver Alan Moore, die te boek staat als een van de belangrijkste vernieuwers in de stripwereld: zijn literaire benadering van het superheldengenre droeg ertoe bij dat een onderscheid gemaakt wordt tussen strips en beeldromans.
Het verhaal speelt zich af in 1899; de avonturier Allan Quartermain (Connery) wordt door de Britse regering gevraagd een groep mensen met speciale gaven te leiden. Samen met deze begaafde mensen neemt Quartermain het op tegen The Phantom, die een wereldoorlog tussen Engeland en Duitsland probeert uit te lokken. Er is maar één manier om deze gast te stoppen en de wereld te redden, en dat is de formatie van een speciaal team. Captain Nemo, Tom Sawyer, Mina “The Vampire” Harker, The invisible man, dr. Jekyll/mr. Hyde, Dorian “The Immortal” Gray en Quartermain doen er alles aan om deze gek te stoppen.
Een greep uit verschillende recensies: Het basisidee van The League of Extraordinary Gentlemen is een even originele als geniale benadering van het superheldthema. De League bestaat namelijk uitsluitend uit personages uit de klassieke Engelse literatuur: de Onzichtbare Man, het bruidje van Dracula, de eeuwig mooie ijdeltuit Dorian Gray, Dr. Jeckyll en Mr. Hyde. Anders dan in de boeken die je voor je Engelse lijst moest lezen, gebruiken ze in stripvorm hun bijzondere krachten om als historische superheld aan de slag te gaan. Mr. Hyde is natuurlijk gewoon de voorloper van de Hulk, Vampirella Peta Wilson is onwaarschijnlijk snel en sterk, en Dorian Gray is onsterfelijk. Aan het roer van deze grootouders van de X-Men staat avonturier Allan Quatermain (Sean Connery).
Behalve de hoofdrol nam onze Schot ook de producentenrol voor zijn rekening en in die hoedanigheid liep een verschil van inzicht tussen hem en regisseur Norrington zodanig uit de klauwen, dat het volgens ooggetuigen bijna tot klappen kwam. Voor extra spanning op de set zorgde het overstromen van de Praagse filmstudio, waar, ironisch genoeg, kapitein Nemos onderzeeër Nautilus niet tegen bestand was. Dat LXG, zoals de titel hip is afgekort, onder al die problemen niet gekapseisd is, mag een wonder heten. Dat de film, na een heel sterke start, toch flinke steken en enorme gaten laat vallen, is vooral te wijten aan de warrige montage. Doodzonde, want er had meer ingezeten dan mooie plaatjes en een paar stevige actiescènes alleen. Door een niet echt extraordinary kasresultaat in Amerika en Connerys woede zit een herkansing, in de vorm van een vervolg, er helaas niet in.
Kortom: men is niet echt te spreken over deze film. Onbegrijpelijk vind ik dit, want ik heb echt van het begin tot het einde met een glimlach zitten kijken. Door het gebruik van helden uit stripverhalen is het naar mijn mening overduidelijk dat je deze film ook met een knipoog moet bekijken. Connery is een lust voor het oog, wanneer hij ons even laat vermoeden dat hij te oud is om een schurk nog van ver te kunnen raken met zijn geweer, waarna hij rustig een bril tevoorschijn haalt en alsnog, op onwaarschijnlijke afstand, de man neer weet te halen. Peta Wilson, bekend geworden door de serie Nikita, is beeldschoon als vampier en ook de humor van de ’toegevoegde’ Amerikaan is grappig als hij Peta wijst op een ‘vlekje’ bloed wat zij vergeten is weg te vegen. Al bij al vind ik het een hele leuke film, die ik met veel plezier heel snel nog een keer zal bekijken met de kinderen.
Cast: Sean Connery, Naseeruddin Shah, Peta Wilson, Tony Curan, Stuart Townsend, Shane West, Jason Flemyng en Richard Roxburgh, onder regie van Stephen Norrington (2003, 110 minuten)