Leandra

Zoekt u een veilige plaats om uw geld en andere bezittingen op te bergen? Dat kan ik goed begrijpen. Mijn naam is Leandra, de leeuwin. Die naam heb ik gekregen omdat ik dat wat me lief en dierbaar is, als een leeuwin verdedig. Dikke muren,. bolwerken en brandkasten zijn niet altijd toereikend om have en goed te beschermen. Moed en de wil om zijn volledige inzet in de schaal te werpen, vormen een minstens zo belangrijke bescherming.

Om zoveel te riskeren, moet ik van tevoren wel duidelijk voor mezelf op een rij hebben of deze inzet ook echt de moeite waard is. Het is echter niet altijd eenvoudig om een zaak op waarde te schatten. Wij feeën kennen overigens nauwelijks materiele bezittingen. Volgens een sage is feeën of leprechaungoud een illusie, het is althans in de materiele wereld van de mensen niet duurzaam. De legendarische rijkdom die stervelingen in het feeënrijk vaak waarnemen, heeft voor ons geen definitief karakter, maar is creatieve energie waaruit wij alles wat we maar kunnen verzinnen creëren en het vervolgens weer verwerpen kunnen. Iets bezitten is voor een fee geen bestendige situatie. In deze gebrekkige vertrouwdheid in de omgang met blijvend bezit schuilt voor feeën een groot gevaar: zij kunnen regelrecht bezeten raken van een voorwerp, zoals bekend is uit sagen over toverringen. De geest wordt vergiftigd met wantrouwen en plotseling wordt er in iedereen een dief vermoed. 

Op een dag vond ik een gouden vingerhoed. Ik nam hem mee en was ervan overtuigd dat ik er voor altijd aanspraak op zou kunnen maken. Dit denkbeeld betrok ik al snel ook op mijn lievelingsplekje of zelfs op gevoelens die mij betoond werden. Ik vergat helemaal dat mijn handelen gevolgen had voor mezelf en vaak ook voor anderen. Ik verstopte de gouden vingerhoed, zodat niemand hem stelen kon. En pas toen ik helemaal alleen op mijn lievelingsplekje zat, dat ik inmiddels angstvallig geheim hield, zag ik in hoe ver ik van mijn vrienden vervreemd geraakt was. Het ogenblik van de waarheid brak aan toen ik moest bekennen dat dit vermoedelijk de terechte afloog van mijn verhaal was. Ik constateerde dat ik eigenlijk helemaal geen vingerhoed nodig had – ook al was het nog zo leuk om de schoonheid ervan te bewonderen. 

En dus ging ik op zoek naar mijn innerlijke evenwicht. het is moeilijk om zich zeker te voelen als men helemaal niets bezit. Bezit kan iemand in ieder geval een tijdlang gelukkig maken. Toch krijg ik zo helemaal zonder inspanning niet altijd wat mij rechtmatig toekomst. Maar uit pure bezitsdrang doe ik niet zomaar alles meer. Wanneer echter welstand tot bezetenheid leidt en het beschermen van zijn bezit belangrijker voor iemand wordt dan al het andere, is het eindresultaat in feite armoede. Nu deel ik mijn overvloed met anderen en verdedig ik mijn spirituele behoeften ondertussen met evenveel inzet als de materiele. De zekerheid dat ik op deze manier alles krijg wat ik werkelijk nodig heb, heeft bij mij veel angst weggenomen en mij meer levensvreugde geschonken.

©Loes Raaphorst 05/2005