Lesbos oktober 2009

Voor het eerst géén reisverslag van dag tot dag, want ach… op een eiland wat zo groot is als de provincie Utrecht, is het niet echt interessant te weten of we nu op woensdag, zondag of donderdag ergens geweest zijn, toch? We hebben meteen een auto gehuurd, om zoveel mogelijk te kunnen zien. Al bij al hebben we wél zo’n 800 km rondtuffend doorgebracht. 

Dat lijkt weinig, maar mijn schouders vonden het meer dan genoeg. Haarspeldbochten, zowel berg óp, als berg af! En dat allemaal met een motor van maar 0,8 liter. Wel eens in een lelijke eend gereden? Oké, dan snap je het: gas houden tot je erbij neer valt, zelfs in de eerste versnelling. We hebben het eiland dus echt van onder naar boven, en van links naar rechts verkend. 

Maar.. het was duidelijk het einde van het seizoen. Ze hadden de week voor wij kwamen een erge storm gehad en overduidelijk hebben de meeste paviljoen en restaurant eigenaren het niet de moeite gevonden de boel voor dat ene weekje herfstvakantie nog op te bouwen. Het was nergens meer mogelijk om iets van de menukaart te bestellen: alles was op ;-(

Je kon dus uit 3 dingen kiezen, en dat was het dan 🙂 Wij hebben echter een traditioneel Grieks restaurantje gevonden wat wél het hele jaar open is, en waar de lokale bevolking dus ook eet. Voor 25 euro kreeg je van alles en nog wat, inclusief wijn en dan zat je dus propvol! Geweldig!! Daar hebben wij dus alle avonden gegeten!

We zijn ook nog 2x naar het strand geweest. Maar daar lagen we dus wel tussen de puinzooi van de storm in 🙂 En de 2e keer konden we nog maar met moeite één strandje vinden mét ligbedjes! ’s Avonds koelde het echt heel flink af, maar overdag was het ná de eerste 2 dagen lekker! Wel vrij vochtig, dus ik ben beslist niet pijnvrij geweest, maar ach… dat was misschien ook wel iets te enthousiast om dat te verwachten, toch?

Persoonlijk vind ik de Grieken niet echt aardig. Ja, de mensen die in de horeca werken zijn uiteraard heel vriendelijk en gastvrij. Maar de lokale bevolking.. nee sorry…. niet te vergelijken met de Engelsen van het platteland hoor! Nergens oogcontact, nooit eens een knikje of een glimlach! 

Het ergste vind ik toch wel de taalbarrière! Niet alleen omdat ik de bordjes langs de weg niet kan lezen, maar er is gewoon geen gesprek mogelijk met de mensen. En dát is iets wat ik juist graag doe als ik op vakantie ben. Lekker kletsen met de plaatselijke bevolking. Even opsnuiven hoe die mensen leven, wat hun opvattingen zijn enzo… Maarja.. meer dan 6 lessen Grieks heb ik nu eenmaal niet gehad, dus dat schoot niet echt op.

Toen we vrijdags in het middaguur aankwamen hebben we meteen iets de drinken en te eten gescoord, maar we werden overvallen door een wolkbreuk en ergens in mijn achterhoofd zei een ‘duiveltje’: we hebben maar één regenhui gehad, maar die duurde zeven dagen. Gelukkig kwam dat niet uit, maar twee dagen toch wel. Dat is ook de reden dat ik geen journaal heb bijgehouden: ik háát regen en diep van binnen was mijn humeur toen dus even heel ver te zoeken. Maar, zoals Lex altijd zegt: ieder krijgt wat hem toekomt, dus na anderhalve dag bewolking werd het zonnig en warm! Yessss!

Het eiland is eigenlijk in drieën te verdelen: het Westen, het Noorden en het Zuiden, althans als je de reisleiding van Sunweb moet geloven. Wij hebben echter een ‘rondje Oosten’ gemaakt door dóór het midden heen af te zakken naar de hoofdstad Mytilini, en dan langs de kust omhoog naar het noorden. Prachtig kustroute moet ik zeggen!

We hebben veel gezien van de natuur, maar de kloosters hebben we letterlijk links laten liggen. Behalve Moeder Maria wordt ook de Aartsengel Michael aanbeden. Het verhaal wil dat de Aartsengel Michael zo ongeveer ALLES voor je in orde kan brengen. Ziekte, werkloosheid, verdriet, armoede, alles kan hij omtoveren in goede dingen, maar… dan moet je wel iets voor hem doen. Je moet hem ‘schoenen’ brengen, zodat hij bij je kan komen. Vroeger brachten mensen hem schoenen van goud of zilver. Tegenwoordig zijn het meestal schoentjes van blik. (in élk souvenirwinkeltje te koop)

Je brengt dan dus een bezoek aan een klooster, en laat in de kapel de schoentjes voor Michael achter met de neus naar voren. Dan ga je naar huis en dan mág je 3 dagen en 3 nachten niet slapen. Natuurlijk houd je dat niet vol, en uiteraard komt de Aartsengel juist op dát moment bij je langs. Als dan na een paar dagen of weken je wens uitkomt, moet je hem wel even bedanken. Je gaat dan terug naar het klooster en zoekt jouw schoentjes weer op, en als je dan op de zolen kijkt, zul je zien dat daar krassen opzitten en de neus de andere kant op staat. 

Wij hebben niet zoveel met godsdienst en kloosters en nadat we van reisgenoten gehoord hadden hoe het er in die kapelletjes aan toe ging, hebben we dus besloten daar maar niet naar toe te gaan. Mensen ‘storen’ tijdens de beleving van hun geloof, hoe prachtig het misschien ook is om te zien, is niet mijn ding. 

We hebben ook de ‘mooie’ vijvers en poeltjes gezien met de flora en fauna van het eiland: schildpadden, kikkers, vissen en… de reden dat ik na die eerste dag dus alleen nog maar op m’n laarzen heb gelopen… slangen. Gelukkig hebben we die laatste bewoners niet gezien, maar mijn hemel zeg: wat een puinzooi overal! Lex heeft echt moeite moeten doen om een schildpad zónder zwerfvuil op de foto te krijgen! Overal troep, flesjes, verpakkingen, papier en rotzooi!

Het beroemde ‘versteende woud’ in het westen viel mij persoonlijk een beetje tegen, maar dat kan ook komen door het koude en natte weer op die dag. Heb je één versteende boomstronk gezien, dan weet je wel zo ongeveer hoe de rest eruit ziet. Nee, geef mij maar vergezichten! Zowel in de bergen als langs de kust: prachtig!

We hebben een aantal leuke vissershaventjes bezocht, grappige tegen de bergwand aangekwakte bergdorpjes gevonden en over lange lege boulevards gelopen. Het zal in de zomer ongetwijfeld een bruisend eiland zijn!

Heel, heel zielig zijn alle katten en honden op het eiland: laat de Partij van de Dieren zich dáár maar eens druk over gaan maken. Alle zwerfdieren steriliseren en castreren zou een hele verbetering zijn. Beestjes met afschuwelijke verwondingen, schurft en ander ongedierte, wondjes, en boord en brood mager, terwijl de tepels van de vrouwtjes dieren zo ongeveer oo de grond hangen: een teken van het zoveelste nestje… Een kat hoort een vensterbank te hebben, achter glas, boven een verwarming met voldoende voer op het aanrecht!

Dat het eiland heel afwisselend is, werd wel duidelijk toen Lex ineens vroeg of ik niet een beetje meer links kon gaan rijden. Hihi, de afgrond naast hem werd wel “errug” diep en kwam akelig dichtbij. Uiteraard weer een onverharde weg, dus je moet er inderdaad niet aan denken dat je per ongeluk een stuurfoutje zou maken!

Hoe dan ook, ik heb mijzelf weer een flink schouderklopje gegeven, na deze vakantie, want autorijden is daar echt een kunst apart hoor! Zo rijd je betrekkelijk rustig in de bergen, en zo heb je de chaos van de hoofdstad om je heen! Duizenden scootertjes die zich aan geen enkele regel houden 🙂 

We hebben op een gegeven moment werkelijk ‘klem’ gestaan met de auto, midden in een bergdorpje, bovenaan een helling, die zonder dat ik het in de gaten had overging in een trap naar beneden! Jaja, net als in de James Bond film met die lelijke eend! Gelukkig werden we net op tijd gewaarschuwd, maar ik moest dus in een straatje, wat niet breder was dan de auto lang was, óp een helling, zien te keren!

Gelukkig maken de zonsondergangen heel veel goed 🙂 Het was dus ideaal dat ons appartement vlakbij het strand lag: Lex kon dagelijks even met z’n fototoestel spelen! Ik blijf het toch de mooiste foto’s vinden hoor: de kleuren, de rust, de lucht, de zee en de zon!

Lesbos heeft ongeveer 90.000 inwoners en één derde daarvan woont in de hoofdstad Mytilini. Bovendien heeft Mytilini een hele mooie burcht, dus we moesten absoluut nog een dagje naar die chaotische stad toe. Gelukkig was ik qua autorijden Parijs en Sevilla al gewend, want volgens mij rijden er in Mytilini nog meer scooters rond dan in Rome!

De Grieken houden zich niet aan regeltjes. Ondenkbaar is dat gewoon! Men rookt overal (godzijdank nog wel), zelfs IN winkeltjes en een rood licht is er om te negeren! Een stopverbod betekent in hun ogen dat je dus juist dáár lang mag parkeren, en een helm zet je niet op je hoofd, maar draag je aan je arm, als een soort van handtas. Men is hier ook heel lang mee ‘weggekomen’, omdat er niet in de wet vermeld stond, wáár je de helm moest dragen! We hebben overigens mensen óp motoren gezien, zónder helm, en met één hand mobiel bellend! Hoe gek kun je het maken he?

Doordat Lesbos een hele tijd in het bezit van de Turken is geweest (het ligt immers vlak voor de kust van Turkije), zijn er langs de hele kust nog steeds militaire kazernes. We waren trouwens gewaarschuwd: fotograferen is dáár niet toegestaan! De burcht van Mytilini was inderdaad heel mooi gerenoveerd, en we hebben er werkelijk anderhalf uur helemaal alleen door heen kunnen lopen. Wat een rust!! 

Ja wij zijn nu eenmaal gék op kerken, kastelen, burchten enzo. En ik moet zeggen, als het dan zó rustig is, dat je werkelijk kunt genieten van de omgeving, het zonnetje, het uitzicht en al het moois om je heen, dan vermaak ik me prima!

Een eenduidige afkomst van de benaming is er niet. Het eiland zou voor het eerst bewoond zijn door Macaros, zoon van de god Ilios (zon). Deze Macaros had vijf dochters: Mytelene, Methymna, Issa, Antissa, Arisbe en vier zonen: Erassos, Cedrolaüs, Neandrus en Leuceppus. Naar deze kinderen zijn later een aantal steden op Lesbos genoemd. Methymna huwde de held Lesvos van Thessalia, zoon van Lapithos, de beschermgod van het eiland en kleinzoon van Aiolos.

Een andere verklaring is dat Marcos het eiland ‘Lesvi’ genoemd zou hebben, wat ‘groen eiland’ betekent. later is dit verbasterd tot ‘Lesvos’. Het woord lesbisch zou afgeleid zijn van de naam van dit eiland. Dit heeft zijn oorsprong in de gedichten van Sappho, circa 625 v.Chr. geboren in Antissa op Lesbos. Sappho was de eerste vrouw die de moed had over vrouwen te zingen, als tegenstelling tot de stoere mannenliederen. 

Haar gedichten gingen o.a. over de vriendschap van vrouwen, het landelijke leven, de bruiloften e.d. Zij richtte ook een school op voor vrouwen waar zang, dans en muziek werden onderwezen. Lesbos wordt ook wel het eiland van het feest genoemd. Elk dorp viert zijn jaarfeest in stijl met traditionele Griekse dans en muziek waarbij de bouzouki een belangrijke rol speelt en waarbij de ouzo rijkelijk vloeit.

De laatste dag voor vertrek zijn we niet ver weg geweest. Ik wilde persé nog een keertje ‘gewoon’ op het strand liggen. Dus wij op zoek naar een strandje waar nog ligbedjes stonden. Dat was even moeilijk, vanwege het slechte weer in de week ervoor. Maar we hebben uiteindelijk toch nog een strandje gevonden (auto stond 10 meter bij ons vandaan!) waar we tussen de puinzooi toch nog even hebben kunnen liggen bakken in de zon, met als enige geluid, het ruisen van de zee! 

Best wel gek eigenlijk hoor, zo’n uitgestorven strand! Ons appartementencomplex zag er echter wel helemaal te gek uit. Prachtige tuin, goed onderhouden allemaal en de eigenaren waren werkelijk elke dag bezig met de tuin!

De terugreis was vreselijk. Vanwege de mist op Schiphol, kregen wij in Mytilini geen toestemming om te vertrekken, dus al bij al hebben we 5 kwartier in een stilstaand vliegtuig moeten wachten, en toen we op Schiphol aankwamen was het dáár zo druk vanwege de mist die ochtend, dat er geen gate beschikbaar was, dus wéér in de wachtmode. En toen we eindelijk aan de gate stonden, ging de deur niet open!!!! 

Uiteraard moesten we vreselijk lang op de koffers wachten, vanwege de drukte, dus als je om 4 uur ’s ochtends al op bent, en dan pas om 5 uur ’s middags een keer thuis komt, ben je helemaal gaar!! Dus om het toch nog een beetje ‘zonnig’ af te sluiten, hier een hele speciale bloem uit de tuin, in twee kleuren, apart he?

©Loes Raaphorst 10/2009