Liefde
Kwikzilver trekt met zijn baasje rond.
Struinend in bakken en zakken.
Hoopvol op zoek naar geluk,
Dat de baas nog niet vond,
Deelt hij met hem de ongemakken.
Trouw volgt hij zijn baas, waar hij ook gaat.
Door dik en dun, dag en nacht,
Houd hij moedig de wacht.
Ze delen het karige maal van liefdadigheid,
Door een enkeling voor hen bereid.
Zo gaat elke dag weer voort,
En niemand die een klacht van hen hoort.
Dan, glijdend op manestralen in de nacht,
Zweeft een deken van rust om hen heen,
Bereikt dan het bed, gelegen op steen.
Tevreden, dicht tegen elkaar,
dromen beiden van het geluk dat hen vond.
Waar vind men die liefde?
Als tussen deze baas, … en zijn hond ?
Riet
Bron email Riet©Loes Raaphorst 09/2007
]]>