Meditatie over Mededogen – De kunst van het Geluk – Dalai Lama
De Dalai Lama hield zich aan de belofte die hij tijdens een van onze gesprekken had gedaan en sloot een publieke voordracht in Arizona af met een meditatie over mededogen. Het was een eenvoudige oefening. Maar hij leek zijn vorige bespreking van mededogen toch op een elegante en krachtige manier samen te vatten en vaste vorm te geven in een formele oefening van vijf minuten, die direct en ter zake doende was.
Om mededogen te ontwikkelen, erken je eerst dat je niet wilt lijden en dat je het recht hebt gelukkig te zijn. Je kunt dit door je eigen ervaring bevestigen of bekrachtigen. Vervolgens erken je dat andere mensen, net als jij, niet willen lijden en eveneens recht hebben op geluk. Dit wordt dus je uitgangspunt bij het opwekken van mededogen.
Laten we vandaag dan maar eens mediteren over mededogen. Stel jezelf om te beginnen een persoon voor die hevig lijdt, iemand die pijn heeft of zich in een bijzonder erbarmelijke situatie bevindt. Beschouw het lijden van dat individu in de eerste drie minuten van de meditatie op een meer analytische wijze – denk na over het intense leed en de onfortuinlijk toestand waarin het leven van die persoon verkeert. Nadat je een paar minuten het lijden van de persoon in gedachten hebt genomen, probeer je het op jezelf te betrekken waarbij je denkt: dat individu kan dezelfde mate van pijn, vreugde, geluk en lijden voelen als ik. Probeer dan je natuurlijke reactie daarop naar boven te laten komen – een natuurlijk gevoel van mededogen jegens die persoon. Probeer tot een conclusie te komen: bedenk hoe graag je zou willen dat die persoon bevrijd zou zijn van dat lijden. En neem je voor dat je die persoon helpt om van zijn of haar lijden af te komen. Richt je geest ten slotte alleen nog maar op zo’n soort conclusie of voornemen. Probeer in de laatste paar minuten van de meditatie je geest gewoon in een mededogende of liefhebbende toestand te brengen.
Hiermee ging de Dalai Lama in kleermakerszit zitten, nam een meditatiehouding aan en bleef volstrekt bewegingloos, terwijl hij de meditatie samen met het publiek uitvoerde. Doodse stilte. Het was uitermate stimulerend om die morgen tussen het publiek te zitten. Ik kan me voorstellen dat zelfs de meest gevoelloze persoon ontroerd zou raken wanneer hij of zijn wordt omringd door vijftienhonderd mensen, met allemaal de gedachte van mededogen in hun geest. Na een paar minuten begon de Dalai Lama met een laag Tibetaans gezand; zijn stem klonk diep, melodieus, en ging licht omhoog en omlaag op tonen die kalmerend en geruststellend klonken.
Fragment uit De Kunst van het Geluk over de zin van het leven van Howard Cutler & De Dalai Lama
Bron De Kunst van het Geluk ©Loes Raaphorst 07/2006