Pet Sematary – een verfilming van het boek van Stephen King!
Gisteravond hadden wij de keus tussen South Park The Movie of een één of ander Drama, waarvan ik de naam nu al vergeten ben. South Park heb ik als animatiefilmserie een jaar of wat geleden een paar keer op TV gezien en dat was meer dan genoeg. Alhoewel het een grote rage bij de tieners was, (zelfs sommige zogenaamde volwassenen vonden het helemaal te gek), heb ik na een paar afleveringen mijn kinderen verboden er naar te kijken. Kinderen die andere kinderen in magnetrons stoppen, leraren die als twee druppels water op Hitler lijken en moeders die kinderen volproppen met chips zijn niet mijn idee van vermaak op televisie. Verder is het verschijnen van een ‘uncut’ versie meestal een teken van nog meer vloeken en tieren, dus had ik weinig zin om hiervoor op de bank te kruipen.
Nu wil het toeval, niet dus 😉 , dat mijn vriendje gisteren per ongeluk tegen een Stephen King verfilming aan liep, in de stad. Hij was er al maanden naar op zoek, dus wie ben ik dan om tegen te stribbelen he? Natuurlijk was er weer een actie bij de DVD winkel, dus Never Say Never Again, James Bond, ging ook mee naar huis. Tja, en dan moet je als vrouw wel consequent blijven natuurlijk. Als je South Park niet geschikt vindt voor kinderen dan is Stephen King dat ook niet. De kinderen zijn dit weekend weer bij ons, dus dan wordt het James Bond; Pet Sematary was dus aan de beurt en hebben we lekker samen gekeken!
Het verhaal kende ik nog niet. Lex wel natuurlijk, als onverzadigbare Stephen King liefhebber heeft hij alle boeken per meter gerangschikt langs de muur. Nu wist ik wel dat Stephen King niet echt verhaaltjes voor het slapen gaan schrijft, maar Pet Sematary is toch wel heel heftig af en toe. Het is aanvankelijk heel subtiel gefilmd en alleen aan het eind van de film krijg je meer te zien dan je lief is. Horrorfilms zoals The Night of the Living Dead, waarbij elke figurant nat van de ketchup door het tuinafval heeft gerold zijn gewoon van het begin tot het eind smerig en dat was Pet Sematary beslist niet.
Direct bij het begin van de film was al duidelijk hoe het zou aflopen met de familie, slecht dus. Het dochtertje van de familie valt van de schommel, de kat speelt nog op het erf, maar vast niet lang meer en terwijl pa en ma met dochterlief bezig zijn, kruipt de jongste richting autoweg, waar trucks heen en weer denderen. Je weet dus vrijwel meteen wat er zoal te gebeuren staat, maar hoe en wanneer is nog de vraag.
Hoe de kat en de zoon aan hun eind komen wordt niet echt vol in beeld gebracht; het schoentje wat wegrolt en de vlieger die ineens niet meer vliegt laten je als kijker zelf de beelden erbij verzinnen. Buurman Jud geeft regelmatig uitleg over de omgeving, echter zeer gedoseerd, zodat je niet meteen alles weet.
De titel verwijst naar een dierenkerkhof, aangelegd ter nagedachtenis aan de vele huisdieren die op een nabijgelegen drukke verkeersweg sneuvelen. Het gezin Creed betrekt een villa die tussen de snelweg en het kerkhof in ligt. Werkelijk alles in de film is omgeven door een sfeer van dood en verderf; de dochter is bang haar kat te verliezen, de poetsvrouw is bang voor kanker en hangt zichzelf op, de moeder heeft pijnlijke herinneringen aan haar tante die met een vreselijke ziekte, totaal uitgemergeld, op een zolderkamertje werd achtergelaten. Vervolgens sluipen er geleidelijk aan occulte elementen het verhaal binnen. Achter het kerkhof ligt een Indiaanse begraafplaats. De begraafplaats blijkt eigenlijk een heilige offerplaats te zijn. Er gaat een gerucht dat de dieren die er begraven worden, weer tot leven komen. Maar wat gebeurt er als er een mens begraven wordt?
Cast: Dale Midkiff, Fred Gwynne, Denise Crosby, Brad Greenquist en Michael Lombard onder regie van Mary Lambert (98 minuten)
Info op de DVD: Verhuizen betekent voor de meeste gezinnen een nieuwe start. Maar voor de Creeds kon het wel eens het begin van het einde zijn. Want ze zijn zojuist komen wonen naast een plek waar kinderdromen verloren gaan, Pet Sematary. Een klein stukje lang met een vergeten, geheimzinnige Indiaanse begraafplaats waar de doden weer tot leven komen. De meester van de horror, Stephen King, neemt u en de Creeds mee op reis naar de hel en weer terug (maar de Creeds hebben geen kaartjes voor de terugreis). Reisleider is goeie, ouwe Jud Crandall, de vriendelijke buurtbewoner voor wie het leven geen geheimen meer heeft en die al zoveel heeft meegemaakt dat hij vast gelooft in de stelling dat “dood soms veel beter is”.
Voor wie heel graag het hele verhaal van te voren wil weten moet maar elders op internet gaan zoeken, want meer verklap ik niet. 😉