Psychologische symbooltaal van de voedingswaren – volgens Christiane BeerlandtMunt/Pepermunt

Munt symboliseert het enorme geluk jezelf als een vrij mens, zonder lasten, zonder beperkingen, zonder zorgen, op aarde te beleven. Het bewustzijn wordt zachter en breder, het gemoed dankbaar en vol vreugde. Het besef: ik mag als mens ‘zijn’ en vrij ademen door mijn longen. Het gevoel dat men aan het leven een grote dankbaarheid verschuldigd is. Men zou haast spijt en berouw gaan voelen om de fouten en de ondankbaarheid, die men in het verleden heeft getoond. De Munt-sfeer maakt open en ontspant; de mens krijgt het gevoel te zweven in een oceaan van zalige ontspanning. Hij is zo ‘blij’ te leven. Hij voelt zich sterk nu, als GROTE IK BEN, optimistisch en vol vertrouwen. Hij voelt hoe energieën zich blij zinderend concentreren in de stof van zijn lichaamsweefsels; hij beleeft er deugd aan: hij voelt het Leven op een aangename wijze prikkelen op zijn huid en geniet er ten volle van! Hij heeft er goede moed op. Hij ziet het nu allemaal licht en open.

De Munt-sfeer is gelukkig bestand tegen een ‘duw’ in de maag; wanneer een ander hem wil raken, dan zal dit niet echt lukken, omdat Munt zich stevig beschermd weet in zichzelf, omdat hij datgene wat zich buiten hem bevindt, niet als een bedreiging beschouwt, integendeel: hij houdt door zijn energierijke geloofskracht die hij uitstraalt, de ’vijand’, of zij die het niet goed menen met hem, op afstand.

Munt ligt niet wakker van problemen. Zijn energieveld is vrij en blij, heel sterk en ondoordringbaar door de ‘dichte’ sfeer van geluk, kracht en (zelf)vertrouwen. Munt gelooft in de oppermachtige kracht van zijn Zijn; hij is niet bang en tracht niets af te wimpelen wat ‘goed’ is. Hij houdt het kwade automatisch op afstand en gelooft in zijn immuniteit, in zijn systeem van zelfbescherming. Als met een ondoordringbaar web rondom zich voelt hij zich beveiligd; toch zal Munt er op moeten letten zich niet te sterk van de buitenwereld af te schermen, af te zonderen, in een kille ijzige sfeer. Hij mag niet gaan zweven… 

Zo kunnen we zeggen dat iemand die een ‘teveel’ aan Munt-sfeer heeft zichzelf tenslotte kan opvoeren naar zweverige sferen, dronken in een Munt-roes, waarbij hij zich mogelijk overgeeft aan een Iets of een Iemand buiten zichzelf, hoe anoniem ook. Hij verliest zich dan gemakkelijk in de Verliefdheid. Hij geeft zich dan over aan Het Grote buiten zichzelf, verliest zich hierin, raakt met zijn voeten de aarde niet meer, brengt zichzelf in een toestand van verdoving, voelt geen pijn, maar begint hier zijn stille aftocht wég uit dit leven: een weg die steeds kouder en kouder wordt.

Hij die verlangt naar Munt heeft behoefte aan innerlijke RUST, aan een absoluut vertrouwen in zichzelf, in de goede afloop van de dingen; hiertoe is het noodzakelijk dat hij de dingen niet ‘vastgrijpt’, niet wil dirigeren, dat hij niet persé dit of dat WIL, maar de zaken eerder kan loslaten. Hij zal zijn leven mogen creëren vanuit de overtuiging, dat al wat goed is op zijn pad zal komen. Deze mens maakt zich vaak nodeloos bezorgd en nerveus. Hij verlangt dan ook naar verademing. Hij mag zich bevrijden uit het web waarin hij zichzelf gevangen heeft gezet. Kilte en angst gaan hand in hand: hij zal ten opzichte van zichzelf de warme Liefdesgloed moeten ontwikkelen.

De thymusklier ontwikkelt zich op een warmhartige wijze, wanneer de mens zich op een liefdevolle wijze inwaarts keert en bovendien gelooft in zijn Meesterlijke Kracht, en bijgevolg in zijn Immuniteit. Hij heeft het heel sterk nodig te zeggen, heel gemeend: IK KAN! Hij mag zijn scheppende mogelijkheden, zijn innerlijke kracht nooit meer ontkennen.

Hij zal bouwen aan een sterke Ruggengraat. Hij zal zich niet ‘laten hangen’ in het leven. Hij zal in voeling moeten komen met de sterke concentratie van energieën in zijn lichaam. Dit Geloof stuurt zijn energieveld, stuurt zijn innerlijke veiligheidssysteem. Eenmaal de mens weet heeft van dit systeem zal hij in vertrouwen loslaten, zal geen angst of nervositeit hem nog bij de keel grijpen. Hij zal zijn longen, zijn hoofd niet langer verstikken met zorgwekkende gedachten. Hij ‘begeert’ niet meer, wil niet persé hebben… waardoor er ruimte vrij komt om te ademen.. om te ZIJN!

Hij die verlangt naar Muntjes en de Munt-sfeer wil hiermee het kwade in zichzelf verdelgen en hij moet weten dat zijn ongemakken voortkomen uit de TWIJFEL aan zichzelf. Munt vraagt hem om deze sfeer los te laten.

“Geef je over aan het LEVEN in jezelf’! zegt Munt. ‘Sta toe dat de levensadem als een frisse bries vrij en ongehinderd doorheen je lichaam kan trekken..: geef je er aan over. Wees niet te flauw, niet te slap, maar GELOOF in jouw Krachten! Vanuit dit sterke Geloof kan jij makkelijker loslaten.

Ontspan je. Tracht de dingen niet te forceren: herkauw niet steeds weer dezelfde zorgwekkende gedachten. Zorgen zijn overbodig. In de Munt-sfeer WEET je dat in de vrijheid, in het absolute vertrouwen, het leven alles naar je toe zal brengen wat heel goed is voor jou. Maar laat los wat niet goed is voor je… Tracht niets vast te ‘klemmen’, noch met je gevoelens, noch in je gedachten. Begeer niet, wil niet hebben, want dan zullen boosheid, ontevredenheid, verdriet en nerveuze angsten je blijven kwellen. Laat los, wees jezelf in alle BREEDTE en adem in vrijheid en vreugde vanuit het aller-diepste punt in jezelf. 

En tenslotte: sta stevig met beide voeten op de aarde… Maar, ondanks het feit dat Mister Peppermint dit zelf weleens vergeet, ketst hij onbewust al het kwade van zich af. Ook de mens die in goedheid en zonder twijfel aan het IK leeft, bezit een dergelijk automatisch functioneren immuniteitssysteem!

 

]]>

Bron Hoorn des Overvloeds ©Loes Raaphorst 03/2009