Rouwverwerking – ik had je nog zoveel willen vragen…

Vandaag is mijn vader overleden… nou ja, vandaag 19 jaar geleden. Ik was 37 weken zwanger van mijn eerste kindje en 22 jaar. Mijn wereld stortte letterlijk in. Mijn vader was al bijna 50 toen ik geboren werd, en hij was heel erg blij met mij, wat hij mij mijn hele leven duidelijk heeft laten merken. Nooit heb ik in al die jaren een probleem met zijn leeftijd gehad. Wel met zijn hartaandoening, die toen ik 7 jaar was flink de kop opstak. Toch kwam zijn overlijden als een flinke klap. Op die woensdag 6 juni 1984, ging mijn vader even wandelen in het Bloemendaalse Bos. Hij is niet ver gekomen en werd gevonden door een kindje van 10 jaar. Mijn vader had een hartscheuring gekregen, wat zo snel gaat dat mij verzekerd is dat hij niets gevoeld heeft. Voor hem waarschijnlijk een zegen, maar de pijn en het gemis was er niet minder om. 

Vooral de crematie een kleine week later, was een opgave. Mijn baby kon immers elk moment geboren worden, maar voor mij hoefde het allemaal even niet meer. Juist als de oogappel van mijn vader, had ik hem zo ontzettend graag nog het plezier gegund van nog een kleindochter: eentje van zijn jongste dochter dit keer. Maar het heeft niet zo mogen zijn. De boosheid waarom hij dit net niet meer mee heeft mogen maken heeft ruim 2 jaar mijn leven beheerst. Pas na de bevalling van mijn 2e dochter kon ik mij erbij neerleggen. Een hele indringende nachtmerrie/droom maakte mij duidelijk dat ik verder moest en mijn vader in mijn hart wel bij mij was. Het dubbele gevoel, blijdschap om je baby en verdriet om het verlies van je vader, was haast onmenselijk om mee om te gaan. 

De buitenwereld vond al rap dat ik niet meer moest zeuren en blij met mijn kindje moest zijn. Toen mijn dochter uiteindelijk nog voor haar 2e verjaardag Leukemie kreeg, werd mij duidelijk waarom mijn vader voor haar geboorte gestorven was: gevoelsmens als hij was had hij dit verdriet nooit aangekund! Ik heb mij er toen eindelijk bij neer gelegd. Dromen over mijn vader doe ik nog steeds; soms kan een geur, een film of een boek mij weer even verdrietig maken en mis ik hem heel erg. Hij staat op mijn nachtkastje, waar hij hoort. Het voelt toch alsof hij nog een beetje over zijn jongste dochter waakt. Hij was de enige in mijn leven die onvoorwaardelijk van mij gehouden heeft, tot nu….. 

Wetenschappelijk bekeken:

Een kind dat op relatief jonge leeftijd wees wordt, wordt gesteund, getroost, beweend en opgevangen. Maar wanneer een volwassene zijn ouders verliest, lijkt de impact daarvan een beetje over het hoofd gezien te worden. Het ligt immers in de lijn der verwachting. Met volwassenen gebeurt echter precies hetzelfde als met het jonge kind: ze worden wees. Ze schuiven onverbiddelijk een generatie op, en staan nu zelf vooraan in een rij waarin niemand vooraan wil staan. ’t Leven gaat door, maar hoe? Meestal wordt er een soort schema gehanteerd van fases waarin het verdriet zich zou moeten voltrekken:

  • ongeloof en ontkenning
  • woede
  • schuld
  • overgave
  • en – uiteindelijk – acceptatie. 

Is er een les te leren uit het verlies van vaders en moeders? Men zegt van wel. Dit verlies is de ultieme overgang naar totale volwassenheid. Door het verlies krijgt de achterblijver een andere kijk op zijn omgeving, zijn eigen leven, en ‘het leven’ in het algemeen. Uiteindelijk zal alles bekeken worden vanuit een ander en grootser perspectief, waardoor we ons zullen realiseren dat we een radertje zijn in een groter geheel en onmisbaar zijn in het gaande houden van die  machinerie die ‘het leven’ heet. 

Wat is rouw?

Het overlijden van een dierbare is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen die een mens kan meemaken. Een overlijden leidt meestal tot vele reacties die benoemd worden met de term ‘rouw’. Rouw kunnen we opvatten als het geheel van reacties dat optreedt na een verlies van een persoon met wie een betekenisvolle relatie bestond. Dat laatste is belangrijk: zonder band met de ander is er geen rouw mogelijk. We kunnen rouw eigenlijk zien als de prijs die men betaalt voor de band die men met de ander heeft gehad. Hoe intenser de band, hoe hoger de prijs. Met andere woorden: hoe intenser de band, hoe intenser de rouw. Die band hoeft overigens niet alleen maar een positieve band te zijn. Ook relaties waarin er sprake was van ruzies, conflicten en negatieve gevoelens over en weer kunnen aanleiding geven tot intense rouw. 

Taak 1: Het aanvaarden van het verlies 

Het aanvaarden van het verlies betekent: het geloven van het verlies, het onder ogen kunnen zien van het verlies, het verstandelijk weten dat het verlies realiteit is en het gevoelsmatig beseffen dat het verlies heeft plaatsgevonden. Net na het overlijden, en soms nog lange tijd daarna, is dit alles nog heel moeilijk. Mensen geven dit wel aan in woorden als: “ik kan niet geloven dat hij dood is”, “ik kan het niet accepteren”, “het dringt niet tot me door dat hij nooit meer terug zal komen”, of “het kan niet waar zijn dat hij dood is”. De realiteit van het overlijden dringt vaak pas geleidelijk door. Hoewel nabestaanden verstandelijk gezien al snel weten dat de ander overleden is, is het gevoelsmatig aanvaarden van het verlies vaak lange tijd heel moeilijk. Het aanvaarden van het verlies wordt steeds minder moeilijk omdat men er steeds weer aan herinnerd wordt dat de ander er niet meer is. Overal waar men komt en bij alles wat men doet waar de overledene voorheen bij aanwezig was, wordt men geconfronteerd met het feit dat de dierbare werkelijk voorgoed weg is. Het omgekeerde van aanvaarding van het verlies is ontkenning. Sommige mensen hebben erg veel moeite om onder ogen te zien dat de dierbare werkelijk overleden is en doen liever maar alsof het niet gebeurd is. Dit is niet verwonderlijk: het verdriet is vaak zo intens en de gevolgen van het verlies zijn vaak zo veelomvattend, dat men soms liever doet alsof het overlijden niet heeft plaatsgevonden. Ontkenning kan totaal of gedeeltelijk zijn. Een voorbeeld van totale ontkenning is dat mensen geloven dat de dierbare niet dood is en in dit leven terug zal keren. Een voorbeeld van gedeeltelijke ontkenning is dat mensen nog een tijdlang de tafel voor de overledene dekken of tegen hem of haar praten. Hoewel ontkenning een begrijpelijke en normale reactie is, kan langdurige ontkenning soms tot problemen leiden. Het onder ogen zien van het verlies en het verwerken ervan wordt namelijk steeds moeilijker. 

Taak 2: Het voelen van de pijn die het gevolg is van het verlies 

De verwerking van een verlies gaat vaak gepaard met emotionele pijn. Verschillende emotionele reacties kunnen daarbij voorkomen zoals verdriet, angst, boosheid en schuldgevoelens. Vaak is er een afwisseling in de mate waarin gevoelens gevoeld en geuit worden. Het ene moment voelen nabestaanden zich intens verdrietig, boos of somber en is er een hevig verlangen naar de overledene. Op een ander moment is het verdriet meer op de achtergrond aanwezig. Er wordt vaak gezegd dat deze tweede taak betekent dat mensen na het verlies van een dierbare altijd veel pijn moeten ervaren en verdriet moeten uiten. Maar dat is niet het geval. Het kan voorkomen dat mensen weinig verdriet en pijn ervaren ook al is het iemand van wie ze veel gehouden hebben. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren bij mensen die een ouder verliezen die al een hoge leeftijd bereikt had. Bovendien geeft niet iedereen uiting aan verdriet. Het is goed om te beseffen dat het uiten van rouwgevoelens iets anders is dan het ervaren van deze gevoelens. Soms ervaren nabestaanden wel verdriet, maar uiten zij dit niet, of alleen als zij alleen zijn. Het is eigenlijk net als bij een positieve gebeurtenis: als mensen een blijde gebeurtenis meemaken dan uiten zij hun gevoelens daaromtrent telkens weer anders. Sommigen lachen of roepen het uit van geluk, anderen voelen veel minder blijheid of gaan meer ingetogen met hun blijde gevoelens om. Hoewel ieder mens de emotionele pijn om het verlies op een andere manier voelt en uit, kan het voorkomen dat mensen voor deze tweede taak weglopen. Dit kan bijvoorbeeld door het onderdrukken van verdriet of andere emoties, of door het wegstoppen van gedachten en herinneringen aan de overleden dierbare. Wanneer dit langdurig gebeurt en nabestaanden hun gevoelens blijven wegstoppen kan het den duur steeds moeilijker worden om het verlies een plaats te geven. 

Taak 3: Het aanpassen aan een leven en een situatie waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt 

Het overlijden van een dierbare leidt vrijwel altijd tot grote of minder grote veranderingen in het leven van nabestaanden. De mate waarin dit het geval is, is onder andere afhankelijk van de rol die de overledene vervulde. Een vrouw van wie de man altijd de beslissingen nam en die zorgde voor allerlei praktische zaken, staat na zijn overlijden voor de taak om zelfstandig beslissingen te nemen en om de praktische zaken zelf te regelen. Een man wiens vrouw altijd het initiatief nam in het contact met anderen, staat na haar overlijden voor de taak om zelfstandig contacten te leggen en te onderhouden. Een moeder die de opvoeding van haar kinderen altijd met haar man deelde, staat na zijn overlijden ineens voor de taak om de kinderen alleen op te voeden. Er verandert soms ook iets in de identiteit van nabestaanden. Een man die zijn vrouw verliest is ineens geen echtgenoot meer, maar weduwnaar. Een moeder die haar enigst kind verliest, verliest haar moederrol. Kinderen die hun ouders verliezen hebben niemand meer om kind bij te zijn. Op alle veranderingen die er door en na het overlijden plaatsvinden moeten nabestaanden een antwoord vinden. En dan hebben we het nog niet eens gehad over alle kleinere veranderingen die men dagelijks tegenkomt: de man wiens vrouw overleden is komt elke avond thuis in een leeg huis, ouders die hun kind verloren hebben horen niet langer elke middag de deur en de tas die in de hoek gegooid wordt, de vrouw die haar moeder verliest kan niet langer elke dag even bijpraten. We kunnen nog lang doorgaan met het noemen van voorbeelden van veranderingen waar nabestaanden een antwoord op moeten vinden. Het aanpassen aan het leven waar de overleden dierbare geen deel meer van uitmaakt, vraagt vaak heel veel van nabestaanden. Wat ook bij het aanpassen hoort, is het aanpassen van verwachtingen, ideeën en opvattingen over de toekomst en het leven. Voorheen verliep het leven als het ware langs een ononderbroken lijn van verleden naar toekomst. Door het overlijden wordt deze vanzelfsprekende lijn doorbroken en dienen nabestaanden zich opnieuw te bezinnen op het leven en de betekenis ervan. Het is niet ongebruikelijk dat nabestaanden het gevoel hebben dat alle richting in het leven verloren is gegaan. Soms zoekt men langdurig naar een antwoord op de vraag waarom het overlijden heeft plaatsgevonden. Het aanpassen betekent soms dat men een antwoord op deze vraag weet te vinden. Vaak betekent het echter dat men ermee moet leren leven dat er geen antwoord op te vinden is. 

Taak 4: De overledene emotioneel een plek geven en verder leven zonder de overledene 

Vroeger werd wel gedacht dat een verlies pas goed verwerkt zou zijn als men de band met de overledene doorgesneden zou hebben. Tegenwoordig denkt men daar anders over. Het gaat er niet om dat de band met de overledene wordt ‘doorgesneden’ of ‘losgelaten’. Het is onmogelijk om iemand die zo dierbaar was en die zo’n belangrijke plaats innam in het leven te ‘vergeten’ of ‘los te laten’. De relatie met de overledene blijft bestaan, maar de aard van de relatie verandert. In een rouwproces dient men als het ware een plek te vinden voor de overledene. Een geschikte plek is een plek die het nabestaanden mogelijk maakt om verder te leven, om zich te richten op de toekomst, om zich te richten op dingen die niet met het verlies en de overledene te maken hebben. Onder het verder leven valt ook het aangaan van nieuwe banden en soms het aangaan van een nieuwe intieme relatie. Dat laatste is iets dat veel nabestaanden moeilijk vinden. Wanneer de partner overleden is voelen mensen zich vaak schuldig tegenover die partner als zij met een ander een relatie aangaat. Het aangaan van een nieuwe (intieme) band hoeft echter niets af te doen aan de band met de overledene. Soms verloopt de verwerking van een verlies heel moeizaam omdat mensen moeite blijven houden met deze vierde taak. Het kan bijvoorbeeld gebeuren dat mensen zich vast blijven houden aan de overledene en de band met hem of haar niet veranderen. Het kan ook gebeuren dat mensen zich niet op de toekomst durven richten omdat zij het moeilijk vinden om met hun leven verder te gaan zonder de aanwezigheid van de dierbare. Voor mensen die op latere leeftijd een partner verliezen is het soms extra moeilijk om deze taak te volbrengen. Eenzaamheid komt veel voor omdat sommige ouderen niet over de mogelijkheden beschikken om zelfstandig dingen te doen of (nieuwe) contacten te maken en te onderhouden. 

De Praktijk:

Al is het dan zoveel jaar geleden, de hele dag herleef ik weer, zoals ik ieder jaar al doe sinds 1984. Verkeerd? Ik weet het niet, het gaat automatisch, net zoals veel vrouwen op de verjaardagen van hun kinderen de bevalling weer herleven is het iets waar ik inmiddels al aan gewend ben. Ik had mijn vader inderdaad nog heel veel willen vragen en willen zeggen; toch als ik goed nadenk weet ik zijn antwoorden eigenlijk wel. Dat is toch het voordeel van onze goede verstandhouding, en onze karakters, die veel op elkaar lijken. Ik zal het ermee moeten doen! 


©Loes Raaphorst < 2005

Reactie Erik

Dag Loes, 

Zojuist las ik je verhaal over je rouwproces om je vader. Dat was heel verhelderend.

Je zult begrijpen: ook mijn vader is overleden, nu tien dagen geleden.Dan ga je op zoek naar vergelijkbare ervaringen. Jouw ervaring is herkenbaar. Alleen ben ik ouder, jouw leeftijd nu. Maar ik denk dat het gevoel niet anders is; ik ben altijd zijn kind gebleven. Ik heb wel het geluk gehad dat ik de laatste twee dagen en nachten bij mijn vader kon zijn. En ook al kon hij door de medische ingreep niet of nauwelijks meer praten, ik heb wel met hem gesproken. En wat er gezegd moest worden, is gezegd. Het was de eerste keer dat ik mijn vader een kus gaf en hem zei dat ik van hem hield en trots was dat hij mijn vader was. Toen kneep hij alleen in mijn hand en gaf een aai over mijn bol. Later die nacht riep hij mij en ik hoorde hem uiteindelijk; hij zei “ik hou van je”. Uiteindelijk is hij heel rustig uit het leven gegleden. Ik denk daar met dankbaarheid aan terug.

Verder zal ik je niet lastig vallen met mijn ervaring. Ik wilde vooral aangeven dat ik veel denk te hebben aan je verhaal. Zelf zit ik nog in wat je noemt de eerste fase. Ik was al bang en voelde me schuldig dat ik nu tot nu toe eigenlijk nauwelijks iets voelde.

Dank voor je het delen van je ervaring. Ik zal het mijn moeder ook laten lezen. Groet, Erik

Bron Email©Loes Raaphorst 05/2007

Poems Sue

]]>