Schotland 2016 – een méér dan welverdiende vakantie
Vrijdag 22 april 2016 is het dan eindelijk zo ver. We hebben er lang naar uit gekeken. Het is een bewogen jaar geweest: een operatie en revalideren, een scheiding in de familie, een zwangerschap, het overlijden van Zita, het afscheid van Wilky en heel, heel veel werken van Lex. Alle grapjes over ambtenaren heeft hij zo ongeveer in z’n eentje ontkracht. De laatste maanden werd er soms zelfs ’s avonds en in het weekend gewerkt. Een vrije dag opnemen was er niet meer bij. Hij kwam gisteren zelfs thuis met een cadeaubon voor mij… gewoon, omdat het best wel zwaar is geweest allemaal. Maar nu is het dan zover. We vertrekken vanuit IJmuiden, dus eerst nog even langs dochter en kleindochter. Even ‘dag’ zeggen voor we de boot op gaan. Om 16.30 mogen we aan boord en de boot vertrekt al om 18.30 uur. We hebben geboekt voor het diner, dus dat komt helemaal goed. We gaan op tijd slapen, want we zijn allebei erg moe én ik heb morgen een lange autorit voor de boeg. Google maps rekent het heel leuk uit, maar deze tijden zijn zonder pauzes en zonder oponthoud. Wij zullen er 7 uur over doen!
We zijn al vroeg wakker, 6 uur en om 7 uur zitten we al aan het ontbijt. Maar dan blijkt dat we ons toch even verrekend hebben, want we mogen niet om 10 uur, maar pas om 11 uur Nederlandse tijd van boord. Het linksrijden is totaal geen probleem meer. We worden meteen al verrast door de besneeuwde toppen van de bergen. We hebben afgesproken om bij een kennis te lunchen. Hij woont iets ten noorden van Edinburg, wat dus prima uitkomt. We zijn daar om 13.30 uur en rijden om 15.00 uur weer verder naar het Noorden. Om 18.00 uur arriveren we in Strathpeffer, vlakbij Inverness. Het huisje is beeldschoon, maar als we na het dumpen van onze bagage op zoek gaan naar een pub, blijkt die niet te vinden te zijn. Moe en hongerig besluiten we dan maar fish & chips te halen en mee terug naar ons huisje te nemen.
Gelukkig hebben we in het huisje WIFI en ook een goede televisie. Uit ervaring weten we dat de BBC redelijk betrouwbare weerberichten uitzendt en er is zelfs een lokale variant. Omdat Schotland zo groot is zijn we van plan om goed naar die weerberichten te luisteren en onze dagtrips er op aan te passen. Het zou vandaag in het noordoosten redelijk weer kunnen zijn, dus ondanks de lange rit van gisteren, staat er voor vandaag ook weer een gigantische trip op het programma. Allereerst komen we een flinke brug tegen. Brug over de Dornoch, oftewel een zeearm van de Noordzee. Maar denk nu niet aan de zee bij Scheveningen of Zandvoort hoor. We hebben het hier over de Noordzee ter hoogte van het Zuiden van Noorwegen.
Vorige vakantie was ik niet eens met geweld naar beneden te krijgen, maar nu draai ik m’n hand… eh voeten niet meer om voor zo’n trapje.
Wat een verademing is het om eindelijk na 34 jaar pijnloos te kunnen lopen!
Maar erg veel te zien was er niet eerlijk gezegd. Allemaal roestige bende daar onder die brug. Ook best wel frisjes trouwens!
De brug ligt er pas sinds 1991. Daarvoor moest je een heel eind omrijden wilde je aan de overkant van het water komen.
Voorlopig houden we nog even de richting van Thurso aan. Het is echt weer een flink eind rijden. Maar ons doel komt steeds dichterbij.
We zijn er! Het noordelijkste stukje van het vaste land van Groot Britannie! Dunnet Head genaamd. Wanneer je hier regelrecht naar het Noorden zou kunnen kijken, kijk je langs IJsland en Groenland naar de Noordpool! En ja, het is koud, en ja het waait hard! Maar het uitzicht is het dubbel en dwars waard. We hebben er een heel eind voor moeten rijden, maar het heeft iets heel speciaals om hier te staan. Een beetje ‘het einde van de wereld’ gevoel!
Het is ook een plek waar veel vreemde vogels huizen…. hihi, ja ik ben ook een vreemde vogel, maar ik leg hier in ieder geval geen eieren meer. Dat doen de ‘beroemde’ papagaaiduikers, puffins, wel. Die witte stipjes die je op de foto’s van de kliffen ziet zijn vogelnesten. Zodra het in mei iets beter weer wordt, vliegen ze uit en deze plek staat er echt om bekend dat de puffins hier te zien zijn. Wij hebben ze niet kunnen spotten, maar eerlijk is eerlijk, als ik in zo’n vogelnestje had gezeten en naar buiten had getuurd, had ik ook gedacht: brrr mij te koud, ik blijf binnen! Op de foto’s kun je trouwens goed zien hoe snel de luchten hier veranderen. De wolken razen voorbij en zelfs de lichtval is constant anders. Zonder meer een hele aparte plek, Dunnet Head!
Maar het wordt weer tijd om ’terug’ te rijden. Het is nog een heel eind terug naar onze cottage; ik twijfel zelfs of we het wel voor het donker gaan redden. Maar eerst zakken we dus langzaam af door het binnenland weer richting Helmsdale. De wegen zijn niet meer dan een stuk asfalt wat volkomen willekeurig neergekwakt is. Het zijn smalle stroken met regelmatig een ‘Passing Place’ waar je dus netjes even moet wachten mocht er een tegenligger aan komen. Volgens de verkeersregels zou je op dit soort wegen 60 mijl per uur mogen rijden, maar geloof mij, dat is levensgevaarlijk! Bovendien is het hier veel te mooi om zo hard doorheen te scheuren. En ach, dat op een tegenligger wachten heeft ook wel wat hoor. Al begreep ik aanvankelijk niet goed waarom die mevrouw in de auto tegenover mij bleef staan, zelfs nadat ik met mijn lichten had aangegeven dat ze toch echt mocht gaan rijden. Heeel langzaam kwam ze dichterbij…. naar boven wijzend……
…. en toen zagen we het!!!!
Een kudde herten! En er zitten ook een paar flinke jongens tussen: Stags! Meteen doe ik de motor uit….
Wij en zij houden de adem in… en alles en iedereen blijft doodstil staan…..
Heel zachtjes kruipt Lex de auto uit…. bang om het magische moment te verstoren!
Dan, heel langzaam beginnen de vrouwtjes af te dalen…. heel behoedzaam….
Akelig langzaam komen ze dichterbij…. volgens mij allemaal achter Pa aan….
De jonge herten blijven dicht bij hun moeders….
en dan ineens… hop hop hop… er wordt vaart gemaakt….
achter elkaar rennen ze nu voor de auto langs…..
Ze hebben overduidelijk het beekje in de verte in het vizier…..
tja, zo’n hele dag boven op een berg bivakeren is natuurlijk ook niet alles als je dorst hebt….
Als alle herten over het hek heen zijn, komt de laatste Stag er ook aan. Hij heeft al die tijd staan wachten!
Lex heeft zoveel mogelijk foto’s genomen van achter de auto en ook nog geprobeerd wat te filmen, maar helaas is dat niet gelukt. Maar dit was echt een magisch moment om mee te maken. Die arme mevrouw die ons er wel opmerkzaam op had gemaakt heeft hier niets van gezien. Zij was meteen doorgereden. Ik ben heel blij dat ik nog even rustig ben blijven kijken. Nooit verwacht dat de roedel zich daadwerkelijk nog zou gaan verplaatsen. Heel bijzonder! We overvallen onderweg naar huis een pub en om 20.00 uur, net voor het donker zijn we weer terug. Het was een lange, maar prachtige dag!
Het idee vandaag is richting the Westkust te rijden, richting Ullapool. Het is wederom een lange rit en we hebben geen echte plannen. Behalve dan stoppen als we iets moois zien en hier en daar wat bezienswaardigheden bekijken. Het pakt een beetje anders uit. Op de heenweg is het landsschap erg dor. Het weer werkt ook niet erg mee. We krijgen hagel, regen en wind voor onze kiezen en ineens ’tingelt’ de auto. Na enig onderzoek op het dashboard zie ik het….. het vorst tekentje! Het vriest! De auto vindt het ook té koud 😉 Het landschap doet mij een beetje denken aan de Sierra Nevada. Minder hoog en steil, maar wel ook zo dor. En dan ineens verandert de lichtval weer, zien we een blauwe zee en overal bloemen. Beetje raadselachtig hoor, dat Schotland. Ik heb één keer heel bewust een totale zonsverduistering meegemaakt en vlak voor het helemaal donker werd, vond ik de lichtval ook al zo vreemd. Dát is hier ook het geval. De foto die hieronder staat is niet bewerkt!
En deze is enkele minuten erna genomen, naar de andere kant……
Watervalletjes komen we uiteraard ook regelmatig tegen.
Het haventje van … Ullapool!
Een schattig plaatsje, maar niet echt heel bijzonder eerlijk gezegd.
We rijden weer verder: Lex heeft nog meer op zijn ‘verlanglijstje’ staan vandaag. Ardvreck Castle. Nu moet ik heel eerlijk bekennen dat ik mij voor de vakantie nooit zo bezighoud met die verlanglijstjes van Lex, maar ik had wel meer verwacht dan deze bijna zielige ruine. Ardvreck Castle is een ruïne van een kasteel, dat dateert uit de 16e eeuw. Ardvreck Castle bevindt zich aan de oevers van Loch Assynt. Het kasteel is vermoedelijk gebouwd rond 1590 door de Clan MacLeod, de familie die in de 13e eeuw Assynt en de omringende gebieden bezat. Sutherland, het gebied waar Ardvreck is gesitueerd, was namelijk lange tijd een bolwerk van de familie.
Op 30 april 1650 werd James Graham, 1e markgraaf van Montrose gevangengenomen in Ardvreck. James Graham was een Royalist op de vlucht voor regeringstroepen na de Slag bij Carbisdale, die hij had verloren tegen de regeringstroepen. Hij dacht te kunnen onderduiken bij Neil MacLeod van Assynt, de toenmalige bewoner van Ardvreck. Neil MacLeod was op het moment van zijn aankomst afwezig. De vrouw van Neil MacLeod, Christine, zou James Graham in de kerkers van het kasteel hebben gelokt en regeringstroepen laten komen. James Graham werd naar Edinburgh gebracht waar hij werd veroordeeld tot de doodstraf door vierendeling, de gebruikelijke straf voor verraders.
In het kasteel zouden twee spoken ronddwalen. De ene spook zou een grote man in het grijs gekleed en zou de geest zijn van James Graham. Het andere is dat van een jong meisje. Het verhaal luidt dat MacLeod de hulp van de duivel verkreeg om het kasteel te bouwen en in ruil daarvoor de dochter van een van de leiders MacLeod aan hem beloofd was als betaling. In de wanhoop van haar situatie wierp het meisje zich van een van de torens en stierf.
Zien jullie links in het hoekje ook nog dat verkeersbordje staan? Juist ja, we hebben weer een ‘remproef’ overleefd dus.
En dat op deze ‘single track roads’ .. Lex is er dol op.
Maar je moet hier echt wat rij ervaring hebben want één stuurfoutje betekent onherroepelijk einde verhaal!
Heb je het ene moment een ‘loch’ aan je ene hand, het volgende moment hebben we de zee weer aan onze andere hand.
Maar het moet hier niet gekker worden: dit heb ik nog niet eerder gezien; schapen aan het strand! Sheep on the Beach!
Maar wat is het hier mooi he? Rechts nog een ‘bewijs’ van de Single Track Road 😉
Adembenemend!
Al bij al is het weer een lange dat geweest met veel nieuwe kilometers op de teller.
Maar af en toe Lemon Cake en Coffee, dan hoor je de chauffeur niet hoor!
Weer een nieuwe dag! We hebben ons voor het eerst ‘verslapen’ en niet eens door mij! Ik denk dat bij Lex de vermoeidheid er nu pas uit komt of het is toch de invloed van het weer, want dát is niet best vandaag. Redelijk dicht bij onze cottage zijn The Rogie Falls, oftewel watervallen. We zijn de afgelopen dagen al een paar keer langs de afslag gereden, maar omdat we nu toch al wat aan de late kant zijn, komt het mooi uit dat we niet zo ver hoeven te rijden. Het zou maar een klein stukje lopen zijn, stond er op het bordje. En dat klopte ook best wel. Alleen… het was wel een flink stuk steiler dan we gedacht hadden. Halverwege ging het ook nog eens sneeuwen, dus we hebben ‘gewintersport’. Aangezien Lex z’n pet vergeten was mee te nemen van huis, kreeg hij een erg koud hoofd! Ik had gelukkig wel goede schoenen aan, dus ik gleed niet uit, maar het was toch even een ‘hellingproef’ voor m’n knie! Compleet buiten adem, maar wel zonder pijn is het gelukt!
Gezien het weer én de tijd besluiten we door te rijden naar Inverness, wat redelijk dicht bij is. In ieder geval vast van plan om een pet voor Lex te scoren. Gelukkig is Inverness een leuke stad en een overdekt winkelcentrum is met dit weer helemaal een uitkomst. Tussen de buien door ook nog even rond kunnen lopen, en natuurlijk is een stad met een zonnetje leuker om te bezichtigen, maar zelfs met dit weer moet ik zeggen: leuke stad hoor!
Koningsdag, oftewel, onze Koningsrit. Man man, wat een tocht hebben wij vandaag gemaakt. We hebben het weerbericht goed bestudeerd en het Noord Westen zou vandaag onze beste kans zijn op redelijk weer. Ehm.. redelijk weer voor Schotse begrippen dan he! Niet vergeten dat we hier dus wel ongeveer op de hoogte van Noorwegen zitten. Het weer is inderdaad redelijk goed, maar we hebben nog nooit zó vaak jassen aan en uit gedaan als vandaag. Ook heb ik echt nog nooit zo snel achter elkaar m’n ruitenwisssers aan en weer uit en weer aan moeten zetten. Het weer is hier echt ‘Jantje lacht, Jantje huilt’. Over het geheel genomen is het binnenland hier ’troosteloos’ in April. Tenminste zo heb ik het ervaren. Plaatsen die we echt mijlen lang aanhouden, blijken niets meer te zijn dan twee huizen min of meer willekeurig geplaatst in het landschap. En dat noemen ze dan rustig een dorp!
Goh zijn dit ijspegels, nee toch? Wel dus!
We hebben hier dus 355 km gereden en daar 8 uur over gedaan dus dat geeft wel een klein beetje weer wat de kwaliteit van de wegen is.
Wanneer Lex weer eens een zij paadje van een single track road in wil slaan, sla ik bijna een kruisje: hellup, het is hier wel erg steil.
Maar het is toch weer gelukt en het uizicht is het waard!
Tadaaaaa!!!!
Diep in m’n hart wil ik hier de auto aan de kant zetten en lekker even op het strand banjeren, maar het is al te laat. We hebben nog een ongelooflijk eind voor de boeg voor we weer in de bewoonde wereld zijn en deze wegen, nou ja min of meer verharde fietspaden, wil ik liever niet in het pikkedonker rijden. Verlichting is hier namelijk niet!
Als ik van de schrik van de zeer steile helling bekomen ben (de auto protesteerde hevig) moet ik bekennen dat het uitzicht prachtig is.
We zijn helaas te laat om nog een bootje te huren en naar het eiland te gaan, maar ach…. het is niet anders.
Het was vandaag een zware dag. Stom he, maar dat heb ik soms nu eenmaal. Dan zit ik al te gapen na de eerste tien kilometer en bij de tweede tien vallen m’n oogleden dicht. Heel irritant is dat. De route van vandaag hielp niet echt. Kruipend door het dorre landschap op niet meer dan een breed fietspad was niet ideaal voor mij vandaag. We kwamen trouwens ook hele aparte ‘eilandjes’ tegen. Het ene zo dor als het maar kan met een Keltisch Kruis in het midden, en het andere… tja, oordeel zelf maar. Je zult maar persé vrijstaand willen wonen.
Vandaag staat het eiland Skye op ons programma. We weten dat het een flinke rit zal worden maar ik ben vol goede moed. Helaas… die zakt me heel snel in de schoenen. Aanvankelijk regent het alleen, maar hoe verder we naar het westen rijden, des te kouder wordt het. Het vorst tekentje op mijn dashboard tingeltangelt er weer vrolijk op los. Dan gaat de regen over in hagel en begint het ook te waaien. Niet lang daarna gaat de hagel over in sneeuw. Even houden we hoop, want het lijkt niet te blijven liggen. Oops, ja wel hoor, het blijft dus wel liggen. Lex is zich nog van geen kwaad bewust. Hij geniet van het uizicht, rommelt gezellig met de wegenkaart, filmt hier en daar stukjes van het winterlandschap en is in een opperbest humeur. Ik niet, ik word steeds stiller en stiller. Het zicht wordt ook minder en minder. Wanneer we eindelijk de bewoonde wereld bereiken duik ik de eerste de beste parkeerplaats op die ik kan vinden.
Even overleg hoor! Ik weet dat ik Lex hier heel erg mee ga teleurstellen, want hij heeft zich heel erg op Isle of Skye verheugd. Dus ik zeg: schat, ik rij in een auto met een lichte motor. Gewoon op zomerbandjes, op onbekend terrein. Ik weet niet hoe het op het eiland zal zijn qua weer, maar het lijkt er niet beter op te worden én we moeten ook nog terug door deze sneeuwstorm. Bovendien is het glad aan het worden en zie ik hellingen dus helemaal niet zitten. Als ik thuis, in de winter, met dit soort weer naar mijn kinderen in Noord Holland wil, zegt Lex niets voor niets: schat, stel het even uit tot het beter weer is….. en hier zou ik dan gewoon doen alsof er niets aan de hand is? Nee dus. Het kost me moeite, maar ik zeg nee tegen die lieverd van mij. Lex buigt zich over de kaart… en gaat een andere route verzinnen.
Gelukkig is er een kasteel in de buurt. Kasteel Donan. Het stond ook op Lex’ verlanglijstje, want dit had hij er al over gelezen.
Het Eilean Donan kasteel aan de noordwest kust van Schotland is misschien wel één van de mooiste kastelen van de wereld. Je vindt deze nabij het dorp Dornie en is voor veel reizigers een populaire stop op weg naar het pittoreske eiland Skye en de andere Hebriden eilanden. Het kasteel staat op een klein eiland in Loch Duich in de Schotse regio Highland, waar het in de dertiende eeuw werd gebouwd.
Na een opstand van de Jakobieten in 1719, werd het kasteel vernietigd en bijna 200 jaar verlaten. Pas in 1913 werden de werkzaamheden begonnen om het kasteel te herstellen in zijn oude glorie. Tegenwoordig behoort Eilean Donan tot één van de meest gefotografeerde bezienswaardigheden van Schotland en kun je het kasteel bezoeken voor £6,50. Voor de meest spectaculaire uitzichten op Eilan Donan kun je een korte wandeling maken naar Point Ardelve, vanwaar je gegarandeerd een mooi shot kunt maken.
Tja, dat klopt misschien wel met mooi weer en de foto’s op hun website zijn echt de moeite waard om even te bekijken, maar in de regen ziet het er allemaal toch net even iets anders uit. Niet minder mooi hoor… wel nat 😛
We besluiten om weer richting de cottage te rijden, maar uiteraard niet via de zelfde weg. Of eigenlijk wel, maar dan de weg die we 7 jaar geleden ook een stuk gereden hebben. Een stuk vlak langs het beroemde Loch Ness met het Urquart Castle. Het kasteel is echt niet veel meer dan een ruine en aangezien we hier toch ‘gratis’ naar binnen mogen vanwege ons lidmaatschap van The English Heritage besluiten we hier heel decadent alleen maar koffie te gaan drinken. Nou ja.. alleen maar, met cake natuurlijk. En ‘Oma’ kan het niet laten en duikt de ‘shop’ in. Er worden 2 baby Ness meisjes en 1 baby Ness jongetje gekocht. Daarna rijden we door naar ons huisje. Het was jammer van het Isle of Skye, maar zolang ik achter het stuur zit neem ik nu eenmaal geen risico’s.
Vrijwel meteen ná het boeken van onze vakantie is Lex plannen gaan maken. Per direct wist hij mij te vertellen dat er een kasteel/landgoed op loopafstand van onze cottage was. Toen we dus door een voorzichtig zonnetje waren gewekt, lag het voor de hand dat we dat landhuis maar eens op moesten gaan zoeken. Inderdaad kwamen we al snel een bordje ‘private’ tegen, maar gezien het feit dat er zelfs een “bedel-website” bestaat, liepen we gewoon door. Ze proberen namelijk voldoende geld bij elkaar te krijgen om het goed te onderhouden. Maar al snel wordt duidelijk dat het toch echt niet de bedoeling is dat we verder lopen. Zelfs door de bomen heen is er nauwelijks iets te zien van het gebouw. Beetje vreemd dus, maar we hebben in ieder geval ons ‘stappenplan’ voor vandaag al gehaald. Dan maar op weg naar De Badplaats van Schotland, Nairn. Het ligt zo beschut in de baai, dat er een microklimaat heerst. Inderdaad is het er heerlijk weer: zo ‘warm’ hebben we het nog niet gehad deze vakantie. Maar om het nu Scheveningen van Schotland te noemen… nee, dat gaat wat ver 🙂 Maar genoten hebben we wel!
Cawdor Castle is een kasteel in Cawdor, ongeveer 16 km ten oosten van Inverness en 8 km ten zuidwesten van Nairn in Schotland. Het kasteel bestaat uit een vijftiende-eeuwse woontoren met latere toevoegingen. Oorspronkelijk was het een bezit van de Calder-clan; in de zestiende eeuw ging het over op de Campbells. Het is nog steeds eigendom van de familie Campbell, en is het thuis van de douairière gravin Cawdor, stiefmoeder van Colin Campbell, de zevende graaf Cawdor.
Het kasteel is het best bekend vanwege William Shakespeare’s tragedie Macbeth, waarin de titelfiguur tot taan van Cawdor wordt gemaakt. Ten tijde van de echte koning Macbeth bestond het kasteel echter nog niet. Het kasteel is een nationaal monument, en de terreinen staan op de Inventory of Gardens and Designed Landscapes in Scotland, de nationale lijst met belangrijke tuinen.
Een vreemd kenmerk van het kasteel is dat het gebouwd is rondom een kleine, levende hulstboom. De traditie wil dat een ezel, beladen met goud, te rusten ging liggen onder de boom, wat aanduidde waar het kasteel gebouwd moest worden. De resten van de boom zijn nog steeds zichtbaar op de onderste verdieping van de woontoren. Moderne wetenschappelijke tests hebben uitgewezen dat de boom rond 1372 gestorven moet zijn, wat leidt tot het geloof dat het kasteel eerder gebouwd moet zijn.
Het is echt een mooi kasteel en overduidelijk nog bewoond. Helaas zaten we tussen een horde Duitsers, die met verschillende touringcarren ook net aangekomen waren. Beetje jammer, want het was daardoor erg druk. Bovendien hebben wij niet zo veel met de binnenkant van een bewoond kasteel, dus toen we ons een weg konden banen door alle wandelstokken heen zijn we terug naar Dingwall gereden. Een laatste maaltijd in het dorpje en dan inpakken, want morgen vertrekken we alweer richting Zuid Schotland.
Keurig netjes alles op tijd ingepakt. Om tien uur rijden nemen we afscheid van ons huisje. Nee, niet van de verhuurder.. die hebben we de hele week niet gezien. Ach, het maakt eigenlijk niets uit ook. Het huisje was perfect. Ik heb echt nog nooit eerder een cottage gehad die zo volledig en goed verzorgd was. Naast de gewone dingen die tegenwoordig elke huisje wel heeft, magnetron, wasmachine, waterkoker en koffiezetapparaat, was hier ook een strijkplank (ieksss) en zelfs een complete wasruimte aanwezig. Maar ook dingen als toiletpapier (nee niet zielig één rolletje), aluminiumfolie, kruiden, jam, cake enz enz . Ideaal dus!
We gaan op weg naar het zuiden van Schotland, naar Dumfries om exact te zijn. Volgens Googlemaps is het 4,5 uur rijden, maar wij doen er 8 uur over. Het is alsof je in een scootmobiel naar Maastricht gaat, maar eerst nog even iets af moet geven in Assen. In de Highlands gaat het nu eenmaal niet volgens een rechte weg. A-wegen waar men hier rustig 60 mijl per uur op rijdt, zouden wij in Nederland het stempel ‘boerenlandweg’ geven. En met al die bochten en heuvels gaat het niet zo snel. Maar het is wél een super mooie rit. We gaan dwars door het gebied waar we 7 jaar geleden een huisje hebben gehuurd. De vele bergen die we hier zien liggen en dwars doorheen rijden zijn de bergen waar heel veel topfilms zijn opgenomen. Iets voor 18.00 uur komen we in de Premier Inn in Dumfries aan. Het is als vanouds: lekker luxe bedden, mooie kamer, prima badkamer maar de omgeving is wel een stuk minder mooi.
Hello Braveheart Land 🙂
The Road to Nowhere 😉
Nog een laatste blik op een mooi Loch!
Wat is onze wereld toch mooi!
Dezelfde pauze plek als 7 jaar geleden 😉
En als ik nu even helemaal eerlijk ben…. dit is het Schotland waar ik verliefd op ben!
Om stil van te worden…..
We hadden gisteren bij aankomst in het hotel direct ons ontbijt geregeld. Lex heeft de afgelopen week dagelijks een English Breakfast voor mij gekookt, maar nu is het zijn beurt om verwend te worden. Althans… daar hadden we al wel voor betaald….. maarja, dan moet je niet pas om tien minuten voor elf wakker schrikken natuurlijk! Lex is nog even naar de ontbijtzaal gerend en kreeg een paar croissants mee, maar ons uitgebreide ontbijt kon niet meer doorgaan helaas. Dat waren dus hele dure croissants!
Ons plan voor vandaag is de Schotse Zuid Kust. Ja, dat klinkt heel erg raar, maar toch bestaat het. We hebben immers al het meest noordelijke stukje van het vasteland bezocht en daar willen we vandaag het meest zuidelijke stuk van Schotland aan toevoegen. Maar eerst maar eens Dumfries zelf bekijken. Het blijkt, op de stroomversnelling na, een dooie saaie boel te zijn.
Onderweg merken we al dat de wind vanuit zee flink aanzet…. en ik moet eerlijk toegeven dat het mij,
na de spectaculaire natuur van het Noorden van Schotland hier een beetje tegenvalt.
Maar we hebben het weer gered! Die vrouw met die ‘boerka’ aan ben ik trouwens…. wat een weer zeg!!!
Geen idee trouwens wat hier behalve een kompas nog meer op staat: we waaien bijna uit onze verschoning vandaan en ik wil maar één ding: het restaurant in en een bak warme koffie!
Gelukkig was er een hekje, want dit was best wel diep!
Gelukkig werden we vanochtend wel op tijd wakker om nog van het ontbijt te kunnen genieten. Goed ontbijten is wel nodig, want we hebben een lange dag voor de boeg. Het is ook nog eens Bank Holiday, oftewel een vrije maandag voor de Engelsen. Ik had nog even de hoop dat het daarom rustiger op de weg zou zijn, maar niets was minder waar. Het was vreselijk druk, heel slecht weer, heel veel regen en overduidelijk ‘zondagsrijders’ op de weg. Maar om 16.00 uur komen we in Walcott aan, bij Bill! We zijn blij weer ’thuis’ te zijn! Want zo voelt het bij Bill! Jonathan en Jojo komen ons ook meteen gedag zeggen! Heerlijk uitrusten, lekker eten, bijpraten met een lach en een traan. Home is where the heart is!
Dit is het einde van de tuin van Bill!
Speciaal op zijn verzoek ook een foto van de Alpaca’s!
Nadat we gisteren de hele dag geluierd hebben, is het vandaag toch weer even tijd voor een ritje. We hebben bijna alles in de omgeving van Bill’s place al gezien, maar ik was nog nooit in Skegness geweest. Skegness is een badplaats aan de Noordzee waar met name de mensen naartoe komen die niet zo veel te besteden hebben. Tenminste, zo wordt ons verteld. Eenmaal daar blijkt het best wel een leuk plaatsje te zijn, maar je struikelt werkelijk over de gokautomaten, de gokhallen en goedkope snackkarren. Ook doen ze hier niet moeilijk over een windmolen of twee. Wat nou, zoveel kilometer uit de kust? Als je staat te gokken op de boulevard zie je ze toch niet, zullen ze hier gedacht hebben.
Nog redelijk vroeg in het seizoen, maar het weer werkte wel mee!
Onze laatste dag is aangebroken. We moeten afscheid nemen van Bill en weer richting boot. We vertrekken vanuit Harwich dit keer. Maar niet voordat we nog een stop gemaakt hebben in Norwich. Jeetje, wat een leuke stad is dit zeg. Best wel groot, maar een heel leuk oud centrum. Het weer werkt ook mee, dus we vermaken ons prima! Alles bij elkaar was het een hele afwisselende vakantie en hebben we 3.635 kilometer gereden. Een record!
That’s all folks!
©Loes Raaphorst 05/2016