Spanje 2007 – een reisverslag

De middag van te voren is alle gepakt. We moeten om 2 uur ’s nachts op Schiphol zijn, dus we hebben bedacht dat we nog even vóór die tijd naar bed gaan. Ik moet immers donderdag ochtend vroeg meteen vanaf het vliegveld autorijden. Dus om 16.00 uur zitten we warm te eten (vréémd!) en om half vijf gaan we naar bed. Ik met een slaappil en Lex met goede hoop dat hij ook kan slapen. Maarja, dan moet je geen vrouw hebben die tanden knarst J

Ik word keurig om 23.45 uur wakker om vervolgens te ontdekken dat Lex al de hele avond wakker is. Om 00.30 uur besluiten we maar te gaan! Keurig op tijd zijn we op Schiphol en na een paar bakken koffie checken we om 4.30 uur in. De vlucht gaat sneller dan verwacht en ondanks de vele turbulentie landen we om 7.30 uur op Malaga. Maar oh jee, waar is onze huurauto?

Nadat we óp het vliegveld alle verhuurbedrijven tevergeefs bekeken hebben, wil ik absoluut éérst naar buiten om te roken en ja hoor, in de hal komen we ‘onze man’ van het verhuurbedrijf tegen. We worden verzocht met een busje mee te gaan naar het bedrijf in het centrum van Malaga. Een Opel Corsa… diesel staat er voor ons klaar. Ach, alles moet je een keer proberen hè, zelfs een diesel J

Het voornemen om Malaga nog te bekijken vergeten we maar snel want het wennen aan het Spaanse verkeer, de borden én de auto zorgen even voor wat lichte paniek, maar dankzij Lex komen we toch op de juiste snelweg richting Granada terecht. Na een kwartiertje snelweg hebben we het wel onder de knie en besluiten we de snelweg op goed geluk te verlaten. De rit is schitterend, maar het is maar goed dat ik op de weg moet letten en dus niet veel oog heb voor de hoogteverschillen, die Lex af en toe het portier doen vasthouden J

Een sanitaire stop ergens halverwege Malaga en Granada doet ons beseffen dat we met Engels niet echt ver komen in de dorpjes; een hamburger met knoflook blijkt kipfilé met ui te zijn! Rond half één arriveren we in Granada en de routebeschrijving is prima. We rijden min of meer zonder morren naar het hotel Don Juan. Maar het verkeer! Waar hebben deze mensen rijles gehad? Een vriendin van mij had van te voren gezegd: jee Loes, wat stoer dat jij gaat autorijden in Spanje! Hihi.. ik ben het met je eens Elsa: ik vind mezelf achteraf ook best heel stoer! 

Voor het hotel is gelukkig een parkeerplek en we checken meteen in. Aangezien Lex niet geslapen had en ik toch al wel moe ben van het rijden besluiten we de wekker te zetten en gewoon even naar bed te gaan; we zijn tenslotte niet voor niets in een Zuid Europees land waar siësta heel gewoon is. In no time slapen we… om nog geen half uur later door de telefóón gewekt te worden! In een vreemd Catalaans/ Engels dialect wordt mij duidelijk gemaakt dat ik mijn auto weg moet halen! Ik laat Lex liggen en bedenk me dat ik best mans genoeg ben om dat ‘even’ zelf te regelen.

Zonder mobieltje/ geld/ tas/ adres of wat ook ren ik naar beneden. De chauffeur van een touringcar spreekt Nederlands, yessss, maar is te druk met zijn eigen gasten en te onbeschoft dat hij mij niet duidelijk maakt wáár ik naar toe moet. Er schijnt een parkeergarage te zijn… Na 10 meter in de auto heb ik al spijt als haren op mijn hoofd. Auto’s van alle kanten, straatjes zó smal als in hartje Amsterdam én overal eenrichtingsverkeer. Lichte paniek komt opzetten!!! Wáár was het hotel ook al weer? Ik weet niet eens de stráátnaam. M’n mobiel ligt op de hotelkamer, náást mijn slapende man…. MOET IK NOG MEER UITLEGGEN????

Na een kwartier gereden te hebben ben ik totaal uit de wijk van het hotel, maar blijkbaar heb ik toch een beschermengeltje want ik zie ineens weer de naam van het hotel tussen andere namen op bordjes langs de weg staan. De touringcar staat er nog en asociaal zet ik de huurauto er schuin vóór en ren het hotel in!!! Aan de balie schrikt men van mijn gezicht, denk ik, want ik kan alleen maar uitbrengen: please call my husband in room 211!

Lex komt gelukkig al snel naar beneden en hem wordt wel even uitgelegd waar die parkeergarage is. Twaalf euro per nacht! Ja daág, we rijden samen drie rondjes en hebben geluk: er gaat een auto weg en we staan gratis! We blijven Hollanders! Dus om 15.00 uur weer terug op de kamer besluiten we tot een tweede siësta.. dit keer tot 17.00 uur. Daarna hebben we samen Granada verkend. Het is een oude stad, met veel smog. Veel staat in de steigers, een beetje armoedig! Maar we scoren water, cola en wijn dus we zijn tevreden! We moeten wel even geduld hebben tot 20.30 uur, want eerder gaan de keukens van de restaurants niet open. Maar uiteindelijk eten we dan toch!

Ondanks het harde bed én twee nachtmerries toch redelijk geslapen J Na het ontbijt besluiten we de auto te pakken en de Siërra Nevada te verkennen. We weten niet wat we meemaken! Na 25 km zijn we op 2500 m hoogte en is de temperatuur van 14,5 graden gezakt naar 4 graden; in een uurtje tijd! Bovenop de top ligt er nog ijs! Het is ongelooflijk mooi; de mooiste plekjes hebben we echter niet eens op de foto kunnen zetten, omdat het té gevaarlijk was om op die smalle weg, vol met haarspeldbochten (de Spanjaarden noemen het een pelikanenbek) de auto even stil te zetten! Eén ding is zeker… dit is werkelijk het mooiste moment van de vakantie!

Om half twee belanden we bij het Alhambra! Wat een weelde, wat een schitterende tuinen, gebouwen, fonteinen en paleizen. Het weer werkt natuurlijk ook wel heel erg mee! Van te voren had ik van heel veel mensen gehoord dat het in de zomer té heet is om echt van deze bijzondere plek te kunnen genieten en dat was dan ook de reden dat wij dus vroeg in maart besloten naar Granada te gaan. We hebben er geen spijt van; het is heerlijk in de tuinen, bij de vele fonteinen en schitterende uitzichten!

Ongelooflijk dat men dit zo heel lang geleden al heeft kunnen bouwen. Waar haalden ze die vakmanschap vandaan? Hoe hebben ze dit zonder modern gereedschap kunnen maken? We zijn zwaar onder de indruk. We dwalen over het gehele terrein en om half zeven hebben we werkelijk geen voeten en benen meer over! En soms, heel soms, weet ik wanneer ik mijn mond moet houden, want deze plaatjes zeggen meer dan ik onder woorden kan brengen!

Terug bij het hotel hebben we toch weer mazzel met een parkeerplekje. We zijn echter kapot en hopen op een hap eten niet té ver van ons hotel.      

Het is alweer zaterdag, onze derde dag. Tja, Granada is dan weliswaar een beroemde stad, maar het is er ook erg ‘ongezond’. De lucht zit vol met smog en we hebben de binnenstad nu eigenlijk wel gezien. We nemen een andere route vandaag: richting de Siërra Tejeda en Siërra Almijara. Opnieuw beleven we schitterende bergtoppen, diepe afgronden en mooie vergezichten. Ineens zien we ook de zee: de Middellandse Zee! We komen in Almunécar, een badplaats recht tegenover Afrika J We eten er wat en genieten van het mooie weer. Soms is het toch wel heel lekker om op een terrasje te zitten hoor! Op de terugweg komen we weer door de Siërra Nevada en zijn uiteindelijk pas om 20.00 uur weer in Granada terug bij het hotel!

Zondag 11 maart alweer: het is vandaag tijd om te verkassen en een ander hotel op te zoeken. Op 10.00 uur vertrekken we richting Marmolejo, 60 km van Cordoba, maar toch wel 160 km van Granada, dus een beste rit! Het gaat allemaal redelijk voorspoedig. Als we de wereldbol zien als Moeder Aarde, dan kan het niet anders dan dat wij op dit moment over haar dijen heen rijden met een heleboel cellulite!

 Na 100 km krijg ik het zwaar en de laatste 60 km zijn een ramp; ik kan mijn ogen amper openhouden en als we om half één inchecken in Marmolejo kan ik nog maar één ding: slápen!

Pas om half drie word ik wakker en ben ik weer als nieuw. We vertrekken richting Cordoba om de oude stadskern te bezichtigen maar de bordjes centrum houden steeds op. We kunnen het niet écht vinden. We besluiten om maar weer de auto te pakken en gemotoriseerd verder te zoeken naar een oude moskee. Geen wonder dat we hem niet kunnen vinden: dat ding staat bij nader inzien ruim vijf km buiten de stad! En ja hoor, we zijn te laat: op zondag sluit dat kreng om twee uur! Foutje in de reisplanning misschien? Want als je om tien uur uit Granada vertrekt kun je met geen mogelijkheid vóór 14.00 uur bij die opgraving zijn!

Maargoed we besluiten het centrum nóg een keer op te zoeken in de hoop dat nu de siësta voorbij is en er wel iets te beleven valt! Gelukkig! We komen per toeval toch het oude centrum tegen en kijken onze ogen uit! Prachtig, echt waar, maar omdat het nu toch al 18.00 uur is, rammelen we van de honger. Spanjaarden eten echter pas vanaf 20.30 dus zit er niets anders op om toch maar richting hotel te gaan en daar iets te eten.

Van het menu snap ik niet veel dus ik speel op safe en bestel Chicken Breast met Mushrooms. Tot mijn grote schrik zit er een melkachtige saus overheen, waar ik dus absoluut niet tegen kan en ziek van word. Dus na enige uitleg krijg ik een nieuw bord… ditmaal écht kaal, want zelfs de champignons krijg ik niet meer J

 We mogen er niet roken dus na de hoofdmaaltijd hup terug naar de kamer, waar ik lekker met een sigaretje met m’n voetjes in het bidet ga zitten: even bijkomen hoor!

Maandag 12 maart: we kunnen dit keer een uurtje later ontbijten. Om elf uur vertrekken we. Het is 200 km naar onze overnachting in Torre de la Reina. Om te voorkomen dat ik weer bijna in slaap val heeft Lex bedacht dat we halverwege ene stop maken. Ecija wordt het: een onverwacht mooi én oud dorpje. Onwijs katholiek natuurlijk, maar wel leuk! 

Om drie uur arriveren we in ons hotel. Het is een schitterend complex met aparte ‘kamers’, een soort motel dus. De hal is adembenemend!

 De kleuren, de olifanten, de planten; ik voel me helemaal thuis!

Om 15.45 uur vertrekken we naar Sevilla. Het is een stad met grandeur! We vinden het mooier dan Parijs. Het is genieten met een hoofdletter! Het verkeer is echter een drama: één grote chaos en het doet weinig onder voor Parijs. Hier staan weliswaar wél strepen op de weg, maar niemand trekt zich er iets van aan! Na drie uur slenteren, ploffen we neer op een terrasje náást de grote kathedraal. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan, want het blijkt een Ierse pub te zijn! Al snel wordt het donker en kan Lex weer met zijn fototoestel en statief spelen. Dus vandaar dat sommige gebouwen zowel overdag als bij nacht op de foto staan 🙂 Om half tien zoeken we de auto weer op om terug te gaan naar het hotel. Brrrrr… onverlichte wegen, geen kattenogen, ik ben blij als we om tien uur het terrein van het hotel kunnen opdraaien!

  

Dinsdag 13 maart

, we hebben de hele dag ‘vrij’. We slapen vannacht namelijk in hetzelfde hotel. Na het ontbijt gaan we opnieuw naar Sevilla; dit keer om te winkelen! Ik scoor twee nieuwe spijkerbroeken die ik hard nodig heb! We eten en drinken wat bij dezelfde Ierse pub als gisteravond en tegen de tijd dat de siësta weer begint bezoeken we de kathedraal. 

Het is qua oppervlakte de grootste van de wereld als we de aankondiging van het Guinness Book of Records moeten geloven. Het is inderdaad een hele grote kathedraal, hoewel ik de indruk heb dat de St. Pieter in Rome tóch groter is. Misschien komt het omdat ze hier flink aan het renoveren zijn en er bepaalde stukken afgesloten zijn voor het publiek.

Ook komen we het graf van Columbus tegen 🙂

Lex gaat de trap beklimmen naar de toren; 34 omwentelingen van ongeveer 3,5 meter, die bovendien een stijgingspercentage hebben van 25%! Ik ben verstandig en spaar m’n knie en blijf lekker beneden zitten. De vermoeidheid slaat toe, en gelukkig gaan we daarna richting auto. 

We maken tóch nog een stop bij de één of andere Romeinse opgraving: Italica! Ik blijf lekker in het zonnetje zitten en doe het wel met de foto’s die Lex maakt, want ik kan écht niet meer. Om half zeven zijn we terug in het hotel. We horen dat we ook in het hotel kunnen eten, dus dat scheelt weer autorijden. Morgen moet ik weer een flink stuk rijden, dus even bijkomen is wel prettig. Maar… van romantisch dineren bij kaarslicht komt niet veel: het lijkt op een kantine met TL-verlichting J

Woensdag 14 maart

, we vertrekken rond elf uur en in plaats van de voorgestelde route te nemen van het reisbureau gaan we op zoek naar Rhonda, een stadje wat áán en óm een diepe klif gebouwd is. Het eerste stuk is vrij saai, maar al rap komen we weer in de uitlopers van één of andere siërra de Huppeldepuppos terecht. Schitterend! Wat is onze aarde toch mooi! Rhonda ‘vinden’ we om half twee en maakt onze omweg meer dan goed. Het uitzicht is adembenemend en de brug, die óver het ravijn van 83 meter diep is gebouwd doet niet onder voor één van de wereldwonders! 

Om drie uur gaan we dan toch maar richting Antequera voor onze laatste nacht op Spaans grondgebied. Het vier sterren hotel ligt in de bergen en eindelijk hebben we een gewoon tweepersoonsbed: wordt het tóch nog gezellig!!!

We besluiten in het hotel te blijven om te eten want morgen moeten we al heel vroeg op het vliegveld zijn.

Donderdag 15 maart

: de wekker gaat al om zes uur: wie zegt dat vakantie uitrusten is, heeft het goed mis! Maar ik hijs me dan toch maar m’n bed uit.

Na het ontbijt vertrekken we om half acht naar het vliegveld. Het is volgens de receptioniste ongeveer 20 minuten rijden. Dus hebben we nog tijd genoeg om de huurauto in te leveren en kunnen we netjes rond half negen op het vliegveld zijn. De hele vakantie hebben we geen file gezien, maar uitgerekend NU, staat er rond Malaga een file! Maar het lukt allemaal nog net op tijd. We checken op tijd in en nu is het wachten op het vertrek. Het lijkt allemaal voorspoedig te gaan, maar ineens stopt men met het toelaten van passagiers in het vliegtuig! Wat blijkt: er is een stewardess ziek geworden en nu mogen er maar 100 passagiers mee. Er wordt nu gekeken naar de tijd van inchecken, en iedereen die een getal van boven de 100 op zijn boardingpas heeft staan, wordt verzocht het vliegtuig weer te verlaten. Zij moeten via Rotterdam naar huis…. Gelukkig zijn wij nummer 47 en rond half twee landen we op Schiphol.

Al bij al was het een fantastische vakantie, zoals de foto’s waarschijnlijk wel laten zien. Maar… Spanje is geen Engeland, en als het aan mij ligt gaan we de volgende keer toch weer naar onze Britse buren, al is het eten, drinken én de tabak daar dubbel zo duur J

©Loes Raaphorst 03/2007