Thordis
Mijn naam is Thordis. Dat betekent dat ik toebehoor aan Thor, de Scandinavische God van de Donder. Het voelt als een hamerslag van Thor wanneer ik door iets wat voorvalt de grond onder mijn voeten verlies. Zoals die eens zo fiere burcht achter mij in één klap verwoest werd. Nu weet helaas niemand meer of dit tijdens een veldslag of door een blikseminslag of een aardbeving heeft plaatsgevonden. Men kan echter zien dat de bewoners van de burcht er niet op voorbereid waren, want de scherven van hun hele hebben en houden zijn nog overal terug te vinden. Zij konden niets meenemen en zich niet voorbereiden om zich terug te trekken.
Stel u voor hoe het moet zijn om alles te verliezen wat u dierbaar is! In mijn wereld ziet een dergelijke diepgaande ontsteltenis er weliswaar anders uit, maar een goed voorbeeld is de periode waarin de menselijke wereld zich van de Andere Wereld afscheidde, zodat ook voor ons feeën het afwisselen tussen die werelden moeizamer werd. Tot op heden hebben wij er geen verklaring voor waarop het zo gelopen is. Het was een pijnlijk ervaring om een tegenslag te incasseren en nooit een antwoord te krijgen op de vraag: ‘waarom?’
Ja, er bestaan situaties waarin iemand zich te stevig in zijn burcht verschanst heeft. Het beven van de aarde dwingt hem vervolgens om zich weer met datgene bezig te houden, wat buiten de bescherming van de muren ligt. Iemand die, zoals de burchtbewoners, man en muis verlaten moet om zijn vege lijf te redden, ziet daardoor plotsklaps in welke dingen in zijn leven van doorslaggevend en wezenlijk belang zijn. Ik heb beproevingen doorstaan waarvan ik de zin niet kon inzien, ook niet als ik er achteraf op terugkijk. Sindsdien ben ik bang binnen muren die verondersteld worden bescherming te bieden: die zouden immers weer boven me kunnen instorten!
Ik zoek mijn toevlucht dat tot strenge regels, omdat het vertrouwde daaraan mij een gevoel van zekerheid biedt. Ik sluit anderen buiten, omdat zij me vijandig gezind zouden kunnen zijn. De eerste mensen die weer contact met de Andere Wereld zochten, heb ik met verachting bestraft en wilde ik eerst helemaal niet in mijn buurt toelaten. Gelukkig kon ik troost putten uit het feit dat ik niet stukgelopen ben, dat het me gelukt is om aan de barstende muren te ontkomen. Dat heeft mij de moed gegeven weer op anderen af te stappen en zogezegd de ophaalbrug van mijn burcht te laten zakken.
Wij feeën hebben intussen nieuwe wegen naar de wereld van de mensen ontdekt en weten tegenwoordig beter hoe ze in elkaar zitten dan vroeger. Bij de volgende ontgoocheling in mijn leven zal ik meer vertrouwen in mezelf hebben, omdat ik de hamerslag van Thor al eens te boven gekomen ben. Ik denk aan de mensen die toentertijd uit deze burcht moesten vluchten en hoop dat het met hen net zo gesteld is.
©Loes Raaphorst 05/2005